Geschiedenis

Wat doet u voor mijn volk?

Arthur MichelsonDeze eenvoudige vraag van de Joodse gelovige dr. Michelson zette Jacob Klein Haneveld (1918-1988) aan het denken. Israël was een favoriet onderwerp voor zijn lezingen, maar deze vraag bracht hem in grote verlegenheid. “Door hem heeft de Heere mijn ogen geopend, dat het niet voldoende is om alleen maar over de toekomst van Israël te spreken, maar dat we ook verantwoordelijkheid dienen te nemen voor het Israël van vandaag”, schreef Klein Haneveld later.
Dr. Michelson, opgevoed in de orthodox-Joodse traditie, was door het lezen van het Nieuwe Testament tot geloof gekomen. Hoewel hem was geleerd dat het een antisemitisch boek was, kon hij zijn nieuwsgierigheid op zeker moment niet langer bedwingen. Tot zijn grote verbazing ontdekte hij dat het tegendeel waar was!
Overtuigd geraakt dat ware liefde voor Israël gepaard gaat met het evangelie, richtte Klein Haneveld in 1969 samen met Wim Griffioen en Klara van Dijk-Engi de stichting ‘Eerst de Jood’ op. In 1970 werd de naam veranderd in ‘Israël en de Bijbel’.
Vanaf 1972 ontstond er een nauwe samenwerking met de dames de Kock en Goedhart uit Amsterdam.
In ruim 43 jaar verspreidden zij in diverse landen ruim honderdduizend tweetalige Nieuwe Testamenten.

Ladispoli

Eind jaren ’80 kwam er een stroom Joodse vluchtelingen van achter het IJzeren Gordijn op gang. Zij trokken naar Israël, Duitsland, Amerika, Canada en Australië. In 1989 stond in het Reformatorisch Dagblad een klein berichtje over enkele honderden Joodse vluchtelingen die waren gestrand in de Italiaanse badplaats Ladispoli. Na intensief overleg besloot het stichtingsbestuur dat Ton Stier en Piet Beker er naartoe zouden gaan. In een paar dagen tijd werden honderden Hebreeuws-Russische Nieuwe Testamenten verspreid. Het was een groot keerpunt voor de stichting. Vanaf die tijd kreeg de bijbelverspreiding steeds meer aandacht.

Bijbelverspreidingsreizen

In juli 1990 volgde de eerste reis naar de Sovjet-Unie. De Joden in Ladispoli hadden adressen meegegeven om te bezoeken. Ook hier werden honderden Hebreeuws-Russische Nieuw Testamenten uitgedeeld. Ter plekke schoot Lesya te hulp als vertaalster. Ook zij kreeg een Bijbel en kwam tot geloof. Later trouwde zij met Sergey Dariy. Samen vertegenwoordigen zij al jaren de stichting vanuit het kantoor in Kyiv.
De reizen breidden zich uit naar Duitsland, Israël, Spanje, Griekenland, Marokko, Turkije, Australië, Canada, Noord- en Zuid-Amerika en vele andere landen. Overal werden tweetalige Bijbels gebracht, met telkens het Hebreeuws en de lokale taal.

Israël en de Bijbel in de 21e eeuw

Het besef groeide dat soms meer nodig is dan alleen de juiste taal aan te bieden. Verschillende Joodse subgroepen vragen om een ander formaat, vormgeving en vertaling. Door overleg met werkers die de groepen goed kennen ontwikkelden wij zelf Bijbels voor onder andere de backpackers en de ultraorthodoxe Joden. Daardoor groeide het aantal contacten met andere organisaties. Met als resultaat dat Israël en de Bijbel nu wereldwijd samenwerkt met veel andere organisaties.

Sluiten