Sommige Bijbelteksten kunnen je behoorlijk in verwarring brengen. Je wilt graag geloven dat God goed en rechtvaardig is, maar soms knaagt de twijfel wanneer iemand je een aantal lastige teksten voor de voeten werpt. Wat doe je wanneer je uit een Bijbeltekst lijkt te moeten concluderen dat God níet (altijd) rechtvaardig en liefdevol is?
We bespreken een aantal lastige Bijbelteksten, ‘struikelteksten’, die bij sommige mensen zouden kunnen leiden tot twijfel aan Gods goedheid. We geven enkele handreikingen om deze teksten begrijpelijker te maken. In 2 Koningen 2:23-25 staat een ontstellende geschiedenis. Tweeënveertig jongens schelden de profeet Elisa uit en hij vervloekt hen daarom. Vervolgens komen er twee beren uit het woud en worden alle jongens door hen verscheurd. Huiveringwekkend! Natuurlijk: een oude man uitschelden is niet goed te praten, maar waarom volgt er zo’n zware straf op een vrij onschuldig scheldpartijtje van een aantal kinderen? Of was het toch niet helemaal zo onschuldig?1
De voorgeschiedenis
De geschiedenis met de beren vindt helemaal aan het begin plaats van Elisa’s bediening. Elisa was op de terugtocht van een reis die hij samen met de profeet Elia begonnen was. Op de heenweg van die reis waren Elia en Elisa van Bethel naar Jericho gereisd. Daar vlakbij waren zij de Jordaan overgestoken. Aan de overkant van de Jordaan werd Elia in een vurige wagen in de hemel opgenomen: een zeer indrukwekkende gebeurtenis die Elisa mocht zien. Met dat laatste bevestigde God dat Elisa door Hem aangewezen was als opvolger, de ‘erfgenaam’ van Elia. Elisa kreeg ‘twee delen’ van de Geest die op Elia gerust had (2 Kon. 2:9), net zoals een oudste zoon in het oude Israël als belangrijkste erfgenaam een dubbel deel van een erfenis kreeg (zie Deut. 21:17). Elisa kwam terug, sloeg met Elia’s mantel (die bij diens hemelvaart gevallen was) op het water van de Jordaan, waarop een pad ontstond. Dit was natuurlijk een groot wonder en was identiek aan het wonder dat plaatsvond toen Elia en Elisa op de heenreis samen door de Jordaan waren getrokken. Toen had Elia met zijn mantel op het water geslagen, waarop een pad in de rivier droogviel. Dit wonder leek bovendien op wonderen die God in het verleden had gedaan: de doortocht van Mozes en het volk Israël door de Rode Zee en de doortocht van Jozua en de rest van Israël door de Jordaan. Kortom: het wonder dat Elisa mocht laten gebeuren, bevestigde dat Gods Geest met Elisa was.
Elisa keerde terug naar Jericho. De daar wonende profeten wilden naar het lichaam van Elia gaan zoeken, ondanks het feit dat Elisa aangaf dat dit geen resultaat zou hebben. Elia was immers niet meer op aarde. De profeten bleven aandringen en zodoende kwam er een grootschalige zoekactie op gang: vijftig mannen zochten drie dagen lang. Elisa verbleef die dagen in Jericho, waar nog een wonder plaatsvond: God maakte via de bediening van Elisa het bedorven water in Jericho weer gezond. Vervolgens vertrok Elisa naar Bethel, waarna de gebeurtenis plaatsvond die op het eerste gezicht onbegrijpelijk lijkt: ‘En hij ging vandaar naar Bethel. Toen hij langs de weg omhoog ging, kwamen er kleine jongens uit de stad. Die dreven de spot met hem en zeiden tegen hem: Kaalkop, ga op, kaalkop ga op! Hij keerde zich om, zag hen en vervloekte hen in de Naam van de HEERE. Toen kwamen er twee beren uit het woud en verscheurden tweeënveertig van die kinderen’ (vs. 23, 24).
Een eerste indruk ...
Zo op het eerste gezicht lijkt dit wel een erg wrede gebeurtenis. Elisa gaat de stad uit, waar hij een groep kínderen tegenkomt. Deze komen volgens veel uitleggers uit Bethel (De NBG-vertaling heeft zelfs als titel boven dit gedeelte gezet: ‘De spottende knapen van Betel’). Kinderen uit Bethel hadden mogelijk nog nooit van Elisa gehoord. Elisa was immers nog maar net Gods profeet en was in die functie nog nooit in Bethel geweest. Zij scholden dus een voor hen volkomen onbekende oude man uit. Natuurlijk is dat niet netjes, maar om ze daarom nou te laten verscheuren door twee beren?! De doodstraf (!) voor kinderen (!), … voor het uitschelden van een onbekende kale man?! Had Elisa niet genadiger moeten zijn? En het meest verontrustend: waarom gaf God gehoor aan een dergelijke onbarmhartige vervloeking en op een zó gruwelijke wijze?!
Een eerste indruk ... is vaak onjuist
De bestraffing van de 42 kinderen is en blijft huiveringwekkend, maar veel van de bovenstaande vragen komen voort uit onnauwkeurig Bijbellezen. Ze zijn een resultaat van een eerste indruk, maar die eerste indruk is op bijna alle punten onjuist! Want de jongens kwamen niet uit Bethel; ze kenden Elisa en de geschiedenis van Elia’s hemelvaart waarschijnlijk heel goed; ze waren niet heel klein en niet onschuldig, zoals blijkt uit zorgvuldig lezen van de tekst.
Niet uit Bethel, maar uit Jericho
Elisa ging naar Bethel. ‘Uit de stad’ kwamen jongens. De NBG-vertalers hebben daarop geconcludeerd dat deze hem tegemoet kwamen en dus afkomstig waren uit Bethel. Wanneer je nauwkeurig naar de tekst kijkt, blijkt echter dat dat onjuist is. Let op de volgorde: Elisa ging de weg op; hoorde roepen; hij keerde zich om en zag de jongens (toen pas!). De jongens bevonden zich achter hem, waardoor hij zich moest omdraaien om hen toe te spreken. Ze kwamen hem dus achterop, uit Jericho. Is dat de enige mogelijkheid? Laten we eens een andere onder de loep nemen. Zou het kunnen dat de kinderen hem tegemoet kwamen, Elisa hen passeerde en hen pas toesprak nadat hij ze gepasseerd was, waarvoor hij zich toen moest omdraaien? Dit is niet houdbaar. Elisa zág de jongens namelijk pas nádat hij zich omgedraaid had (vs. 24). Kwamen ze hem tegemoet, dan zou hij ze al eerder hebben gesignaleerd. Er is daarom eigenlijk maar één mogelijkheid: de jongens kwamen uit Jericho.
Geen onschuldig scheldpartijtje
Maakt het zoveel uit waar de jongens vandaan kwamen? Jazeker! De scheldpartij van de jongens komt in een heel ander licht te staan. Jericho was geen grote stad en verhalen worden snel verspreid. Zeker een spectaculair verhaal als Elia’s wegneming! Bovendien was er een grote zoekactie naar Elia geweest en had Elisa een wonder in Jericho mogen doen. We mogen daarom aannemen dat de jongens Elisa kenden en wisten dat hij de opvolger van Elia was. Ze wisten dat zij de profeet van de HEERE uitscholden. Er zijn meer redenen om aan te nemen dat de scheldpartij niet onschuldig was. Ten eerste hoeven de jongens niet onschuldig klein te zijn geweest. De uitdrukking ‘kleine jongen’ wordt in de Bijbel bijvoorbeeld ook gebruikt voor een schildknaap van Jonathan (1 Sam. 20:35). Wat doet een groep van 42 jongens, zonder volwassenen, bovendien zwervend op straat? Verschillende uitleggers geloven daarom dat het ging om een straatbende, vergelijkbaar met gangs in de centra van verschillende Amerikaanse steden.2 En wat was de inhoud van de scheldpartij precies? De NBG-vertalers schrijven: ‘Kom op, kaalkop! Kom op, kaalkop!’ en de NBV heeft: ‘Kaalkop, kaalkop! Zet ‘m op, zet ‘m op!’ De HSV vertaalt echter letterlijker ‘Kaalkop, ga op! Kaalkop, ga op! ’ Die vertaling is beter. In het Hebreeuws staat er namelijk een woord dat ‘opgaan ’ betekent. Dit woord kán voorkomen in de betekenis van ‘een berg of een weg op gaan’, maar ook in die van ‘opstijgen; omhoog gaan’. Opvallend is dat hetzelfde woord in 2 Koningen 2:11 gebruikt wordt om te beschrijven dat Elia ten hemel voer. Het is niet geheel onmogelijk dat wat de kinderen riepen, betrekking had op het opgaan van de weg of het bestijgen van de berg (Jericho lag in een dal bij de Jordaan. Bethel was hoger gelegen). Een eigentijdse vertaling zou dan zijn: “Kaalkop, rot op!”
Aannemelijker lijkt mij echter dat het op het opstijgen/opvaren van Elia betrekking had. In Jericho, waar de jongens vandaan kwamen, stond de zoekactie naar Elia velen waarschijnlijk vers in het geheugen. Met name de manier waarop hij zijn aardse bestaan ingeruild had voor het hemelse, heeft waarschijnlijk voor veel opschudding en geruchten gezorgd. Alles had zich nog slechts enkele dagen tevoren afgespeeld. Het was het gesprek van de dag … En toen viel het oog van de jongens op Elisa die geheel alleen voor hen liep. Elisa was de opvolger van Elia, nou dan moest hij volgens deze spotters ook maar eens laten zien dat hij vliegen kon: ‘Kale, vlieg op!’ (of: ‘... vaar op!’). Ze maakten zodoende een wonder van God belachelijk. Een wonder bovendien, waarmee God Zijn volmacht en autoriteit had verbonden aan Elisa. Het was een kwaadaardige bespotting van God en van Zijn knecht Elisa. Met die conclusie is Gods straf nog steeds huiveringwekkend, maar niet onbegrijpelijk.
Voetnoot:
1. Een groot deel van de inhoud van deze studie is ontleend aan een Bijbelstudie van Harry Locht.
2. Zie Geisler, dr. Norman L. en prof. dr. Thomas Howe, The big book of Bible difficulties, BakerBooks, Grand Rapids, 2008, pag. 191-192; Archer, dr. Gleason L., Encyclopedia of Bible difficulties, Zondervan, Grand Rapids, 1982, pag. 205.
Deel dit artikel via