Wij geloven dat de Heere Jezus de Messias is
Hij is Degene waarover de profeten van Israël hebben geschreven: De beloofde nazaat van de vrouw (Gen. 3:15), de ster van Jakob (Num. 24:16-17), de Gezalfde Vorst uit het huis van David (Jer. 23:5-6; Mic. 5:2), die over de wereld zal regeren (Dan. 7:13-14), maar die ook het leed van Zijn volk heeft moeten dragen (Jes. 52:13–53:12). Door Zijn overwinning over dood en zonde heeft Hij de weg vrijgemaakt naar God, de Vader (Rom. 8). Door geloof in Hem zijn wij verzegeld met de Heilige Geest (Efeze 1:13). “Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping. Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn ... En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem” (Kol. 1:15, 16a, 17). Hij is de Leeuw van Juda (Opb. 5:5), die eens zal terugkeren om Zijn vrederijk voorgoed op aarde te vestigen (Opb. 1:7; Jes. 2:2-11; Ezech. 37:27-28).
De Bijbel is een Joods boek en spreekt over Hem
Wij geloven dat de Bijbel voor het overgrote deel spreekt over het heden, verleden en toekomst van Israël. Aan het Joodse volk zijn de woorden van God toevertrouwd (Rom. 3:1-2). Joodse profeten hebben het Woord opgetekend en Joodse geleerden hebben het door de eeuwen heen nauwkeurig bewaard en overgeleverd. Wij mogen hen daarvoor dankbaar zijn.
De Messias is uit Israël voortgekomen. Paulus schrijft: “Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid” (Rom. 9:5).
De Heere Jezus kwam ook vóór Israël. In Mattheüs 15:24 zegt Hij: “Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël”. Joodse apostelen en evangelisten hebben zich onvermoeibaar ingezet om de vreugdevolle boodschap bekend te maken. Dit deden zij omwille van de liefde van Christus (2 Kor. 5:14).
Daarom geven wij de Bijbel
Het is diezelfde liefde van de Messias die ons aanspoort' om het Woord terug te geven en het Joodse volk te bewegen tot geloof in hun Messias (2 Kor. 5:11, 14). Want “hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt?” (Rom. 10:12-14). Daarom geloven we dat de verspreiding van Bijbels een absolute prioriteit is. Voor nu, maar ook voor later!
Gods Woord is het meest kostbare dat we het Joodse volk mogen aanbieden.