Sommige uitspraken kunnen vroom klinken en misschien zelfs wel goed bedoeld zijn, maar ons toch op een verkeerd spoor zetten. Zoals de veel gehoorde woorden “De Bijbel is geen puzzelboek”.
Een belangrijk deel van de Bijbel bestaat uit profetieën, uit beschrijvingen van wat er in de toekomst zal gebeuren (Jes. 46:8-11). Het gaat hierbij om zo’n vijfentwintig procent van het geheel van de Bijbel. En dan rekenen we niet eens de vele Bijbelse gebeurtenissen mee die ook een profetische boodschap bevatten. Denk hierbij aan de levens van Mozes, Jona, Jozef, David, Daniël of aan de tocht van Israël door de woestijn, enzovoorts.
De Bijbelse profetieën zijn echter niet direct lichte kost. Bij het lezen stuiten we op verschillende vragen. Moeten we ze letterlijk lezen of spreken ze symbolische taal? Welke profetieën zijn in het verleden al vervuld en welke spreken ook over onze toekomst? En zelfs als zij overduidelijk spreken over onze toekomst, is het in de regel niet eenvoudig om die toekomst een beetje helder in beeld te krijgen. Het kost moeite. Juist dat laatste brengt menig christen ertoe om deze Bijbelgedeelten dan maar aan de kant te leggen met als argument: “De Bijbel is geen puzzelboek”.
Het lijkt een aannemelijk argument. Een puzzelboek is namelijk een dun geschrift dat we vrijblijvend kunnen gebruiken voor ontspanning of tijdverdrijf. En na gebruik kan het bij het oud papier. Een puzzelboek is zeker niet nodig om onze koers in het leven te bepalen. In die zin is de Bijbel uiteraard geen puzzelboek en heeft de spreker gelijk. Maar de woorden “De Bijbel is geen puzzelboek” worden regelmatig anders gebruikt. De spreker geeft hiermee soms aan dat hij geen zin heeft om al te veel moeite te doen om de Bijbelse profetieën te begrijpen. Dat hij zich achter deze woorden verstopt, omdat hij meer geïnteresseerd is in hapklare brokken, in vlotte en vooral positieve antwoorden op zijn problemen van alledag. Dan is deze uitspraak een gevaarlijke uitspraak, een dooddoener. Deze lijkt op “de Bijbel is geen geschiedenisboek”, een uitspraak van mensen die de historiciteit van de Schrift in twijfel willen trekken en “de Bijbel is geen biologieboek” uit de mond van anderen die een compromis zoeken tussen de schepping in zes dagen en de evolutietheorie.
Want wie de woorden “De Bijbel is geen puzzelboek” gebruikt als excuus om het profetische deel van Gods Woord maar naast zich neer te leggen, moet wel bedenken dat het hierbij gaat om het gezag van Gods Woord: “Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust” (2 Tim. 3:16-17).
Het negeren of veronachtzamen van een deel van Gods Woord is een vorm van aantasting van heel Gods Woord. En wat dat betreft zien we dat in onze tijd op vele fronten de aanval geopend is. Of het nu gaat om de positie van man en vrouw, beschermwaardigheid van het leven, seksualiteit of het huwelijk, het zijn allemaal aanvallen op het gezag van Gods Woord. Daarom moeten we op al die terreinen waakzaam zijn dat de satan geen bruggenhoofd krijgt als hij ons op een van deze fronten kan verleiden. Het veronachtzamen van het profetische woord kan in ons leven zomaar zo’n bruggenhoofd van de satan worden.
Wat betreft de Bijbelse profetieën moeten we ook bedenken dat die in de Bijbel een heel bijzondere functie hebben. Ze zijn als een lamp die schijnt in een duistere plaats: “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart” (2 Petr. 1:19).
Stel u voor dat u zich bevindt in absolute duisternis, een tastbare duisternis (Exod. 10:21-23). U ziet niets en weet niet of u bij de volgende stap in een afgrond stort of op een spoorbaan terecht komt. Wat zou u overhebben voor een goede zaklamp? Alles toch? En zou u die lamp vervolgens niet aandoen? Ja toch? “Veracht de profetieën niet”, zegt Paulus daarom tegen de Thessalonicenzen, “beproef alles en behoud het goede” (1 Thess. 5:20-21).
We leven in een wereld waarin duisternis in snel tempo toeneemt en de verleidingen steeds groter worden. Als we Gods wil willen begrijpen in deze tijd, kunnen we niet zonder het licht van het profetische woord. En als we Gods wil in ons leven willen verstaan, zal ons dat moeite kosten. De moeite van het lijden, dat de Heere kan gebruiken om ons te vormen. De moeite van de zelfverloochening, waardoor de liefde voor onze naaste kan groeien. De moeite van het graven in Gods Woord, om geestelijk te kunnen groeien. En ook de moeite van het bestuderen van het profetische woord, dat de Heere zal gebruiken om ons de weg te wijzen in deze duistere tijd. De weg om deze dingen te bereiken, is dus niet altijd gemakkelijk, maar gelukkig mogen we weten dat de Heere ons op die weg ondersteunt met Zijn genade en kracht.
Deel dit artikel via