De Jiddische vertaling van het Oude Testament van Jehoash

Bijbelstudie-De-Jiddische-vertaling-van-het-Oude-Testament.png Naar overzicht Print pagina

Eind 2013 kwam de tweetalige Hebreeuws-Jiddische Tenach uit en deze zal naar verwachting deze maand februari op de internationale boekenbeurs in Jeruzalem gepresenteerd worden. Waarom hebben de SDHS en Israël en de Bijbel juist een tweetalige Hebreeuwse en Jiddische Bijbel uitgegeven en waarom is voor de Jiddische vertaling van Jehoash gekozen?

Jiddisch de Joodse taal

Het Jiddisch is, zoals u al eerder hebt kunnen lezen in dit blad, de taal van de oorspronkelijk uit Oost-Europa afkomstige Joden. Letterlijk betekent Jiddisch Joods. Het is een vorm van oud-Duits dat zich in de loop van de tijd tot een eigen taal heeft ontwikkeld. Toen de Joden in Duitsland tijdens de Kruistochten werden vervolgd en verdreven, vluchtten ze naar Oost-Europa. Ze namen hun eigen taal mee en bleven dat spreken, zonder de taal van hun omgeving (Pools, Russisch, enz.) over te nemen. Zo ontwikkelde het Jiddisch zich tot een eigen taal dat met Hebreeuwse letters werd geschreven.
Het is anders dan Duits, omdat het ook heel veel woorden en uitdrukkingen uit het Hebreeuws en Aramees heeft overgenomen, als ook uit de omringende Slavische talen, zoals Pools, Russisch en Oekraïens. Ook de Nederlandse Joden kennen nog veel woorden en uitdrukkingen, die via het Jiddisch uit het Hebreeuws stammen, zoals cheider (letterlijk kamer en nu de benaming van een orthodox Joodse school), sjabbes (sabbat) en brooche (lofspreuk, afgeleid van het Hebreeuwse beracha). Als Nederlandse Joden het over 'moutsie zeggen' hebben, doelen ze daarmee op het reciteren van de lofzegging over het brood, dat in het Hebreeuws begint met 'Hammootsie', letterlijk: 'die doet uitspruiten (uit de aarde)'.

Voor de Tweede Wereldoorlog spraken zo’n elf miljoen Joden, voornamelijk in Oost-Europa Jiddisch. Het werd zowel door orthodoxe als seculiere Joden gebruikt. Maar na 1945 dreigde het Jiddisch uit te sterven. De meerderheid van de Joden die in de oorlog omkwamen, waren Jiddisch sprekend. In Israël werd het gebruik van Jiddisch ontmoedigd, omdat men wilde dat haar inwoners Ivriet spraken en in de Verenigde Staten en andere westerse landen namen de jongere generaties de taal van het land over.

Jiddisch een taal in opmars

Een groep bleef vasthouden aan het Jiddisch en wel de (ultra)orthodoxe Joden in de Verenigde Staten, West-Europa en Israël. Voor deze groep functioneert het Jiddisch als een ‘identity-marker’, dat wil zeggen als een middel om hun Joodse identiteit te benadrukken. Daaruit valt het te verklaren, dat zelfs in Nederland, waar het Jiddisch in de negentiende eeuw was uitgestorven, vandaag de dag steeds meer (ultra)orthodoxe Joden, voornamelijk verbonden aan de Lubavitcher Chassiediem, thuis Jiddisch gaan spreken en niet meer Nederlands. Eind december werd in het Veluwse Garderen nog een congres gehouden, waar Joden uit Nederland en andere Europese landen bijeenkwamen om de Talmoed te bestuderen en waar de voertaal Jiddisch was.

Mocht men dertig jaar geleden nog denken dat het Jiddisch zou uitsterven, dan is dat vandaag de dag beslist niet meer het geval. Dat heeft te maken met een trend, die wereldwijd zichtbaar is, namelijk de opmars van de orthodoxen. In 2011 werd een onderzoek verricht naar de Joodse gemeenschap van New York, geschat op 1,5 miljoen personen. Daaruit bleek dat een derde van de Joodse huishoudens (ultra)orthodox was en zelfs tweederde van de kinderen een (ultra)orthodoxe opvoeding genoot. Dertig jaar geleden was dat nog maar dertien procent. Hetzelfde zien we ook in Engeland, waar zeventien procent van de Engelse Joden tot de ultraorthodoxen behoren, maar driekwart van de kinderen geboren worden in ultraorthodoxe gezinnen. Men verwacht dat in 2050 de ultraorthodoxen de helft van de Joodse bevolking in Engeland zullen uitmaken. Ook in Israël groeit het aantal ultraorthodoxe Joden en in 2050 zullen zij naar verwachting dertig procent van de bevolking uitmaken1. Velen van hen (zo niet de meerderheid) spreken Jiddisch.

Jiddische Bijbelvertalingen

Omdat mensen de Bijbel het liefst in hun moedertaal lezen, is een Jiddische Bijbel belangrijk. Nu zijn er al vanaf de 15e eeuw Jiddische vertalingen van gedeelten van de Bijbel vervaardigd en gepubliceerd. Het meest bekende is de ‘Shemuel Bukh’, een parafrase van 1 en 2 Samuel op rijm uit de 15e eeuw. De bekendste parafrase van de Thora was de 'Ze’ena ure’ena', (de titel is ontleend aan Hoogl. 3:11) uit 1616, bestemd voor vrouwen die geen Hebreeuws kenden en die tot het eind van de 19e eeuw populair was. Pas vanaf eind 17e eeuw werden de eerste twee Jiddische vertalingen van het gehele Oude Testament gepubliceerd, beide uitgegeven in Amsterdam. De vertaling van Jehoash uit 1910 werd echter de standaardvertaling voor de gehele Jiddisch sprekende wereld.

Jehoash

Jehoash is het pseudoniem voor Jehoash Solomon Bloomgarten (1872-1927). Hij werd geboren in Litouwen en had een orthodoxe opvoeding genoten. Hij volgde lessen op de vermaarde Volozhiner Yeshive, maar studeerde ook moderne talen op seculiere instellingen. Hij emigreerde op zijn achttiende jaar naar de Verenigde Staten (waarschijnlijk om de militaire dienst te ontlopen), waar hij ternauwernood een bestaan wist op te bouwen als boekverkoper, kleermaker en onderwijzer Hebreeuws. Na tien jaar kreeg hij TBC en werd in 1900 opgenomen in een sanatorium waar hij zeven jaar zou blijven. In die tijd schreef hij vele gedichten in het Jiddisch of vertaalde hij artikelen. Toen hij begin dertig was, begon hij met het vertalen van het Oude Testament in het Jiddisch waaraan hij de rest van zijn leven zou werken. Bij zijn dood was slechts de Thora gepubliceerd, en de rest werd daarna pas gedrukt. In twee delen werd een tweetalige Hebreeuws-Jiddische tekst uitgegeven die wereldwijd een standaard werk werd. Daarnaast publiceerde Jehoash ook een Jiddisch woordenboek met de 4000 Hebreeuwse en Aramese woorden die in het Jiddisch voorkomen.

Wat opvalt is zijn grote talenkennis (zoals Latijn, Grieks, Arabisch, Syrisch en vele moderne talen). Voordat hij met vertalen begon, las hij Bijbelvertalingen (Septuaginta, Vulgaat, Syrisch, enz.) en commentaren in vele talen. De vertaling van Jehoash is conservatief en in bepaalde mate zeer klassiek. Daarom wordt in Joodse kringen regelmatig de vergelijking gemaakt met de Engelse King James Vertaling. 

Voetnoot:
1. NIW 29 juni 2012

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten