Veel christenen hebben het idee dat de Messiaans Joodse beweging een nieuw verschijnsel is, dat pas vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw is ontstaan. Maar dat is niet juist. In de negentiende eeuw gingen voor het eerst sinds de begintijd van de christelijke gemeente veel Joden Jezus als Messias volgen.
Isaac da Costa en Abraham Capadose, bekend uit de Nederlandse kerkgeschiedenis, waren geen geïsoleerde gevallen, maar maakten deel uit van een wereldwijde beweging In een aantal artikelen wil ik bekende en onbekende Hebreeuwse christenen uit de negentiende en begin twintigste eeuw bespreken, zoals David Baron (1855- 1926), Joseph Rabinowits (1837-1899), de voorganger van de “Israëlieten van het Nieuwe Verbond” in Kishinev in Moldavië; Isaac Lichtenstein (1825-1928), rabbijn in Boedapest; Daniel Zion, opperrabbijn van Bulgarije (1900-1979) en anderen. Wie waren zij, maar ook, hoe gingen zij met het Oude en Nieuwe Testament om? Wat kunnen we leren van hun uitleg van de Bijbel?
Een nieuw begin
In de negentiende eeuw vond een kentering plaats bij veel Joden over de persoon van de Heere Jezus. Men werd zich ervan bewust dat Jezus weliswaar de stichter van het christendom was, maar in de eerste plaats een Jood. De afgelopen 150 jaar zijn door Joodse schrijvers dan ook meer boeken over Jezus geschreven, dan in de 1800 jaar daarvoor. Veelal zijn deze niet geschreven om zich af te zetten tegen het christendom of om zich te verdedigen, maar vanuit een interesse naar deze ‘onbekende Jood’. Doordat na de Franse revolutie de invloed van het christendom en de christenen op Europa afnam en steeds meer Europeanen niets meer met kerk en geloof te maken wilden hebben, werd het voor Joden minder bedreigend om Jezus als Messias te aanvaarden. Daarnaast ontstonden een aantal nieuwe zendingsorganisaties die zich specifiek op Joden richtten. Als eerste werd in 1795 de London Missionary Society opgericht. Daarna ontstonden vele andere, zowel kerkelijke als interkerkelijke zendingsorganisaties, waarvan de belangrijkste wel de London Society for the Promotion of Christianity Amongst the Jews (LSPCJ) uit 1809 was, ook wel de London Jews Society (LJS) genoemd. Hun werk was niet zonder vrucht en deze bekeerlingen noemden zichzelf Hebreeuwse christenen. De term Messiasbelijdende Joden werd toen niet gebruikt. Pas na de Tweede Wereldoorlog gingen Joodse christenen zichzelf zo noemen.
Hebreeuwse christenen
Deze Hebreeuwse christenen spraken van huis uit veelal Jiddisch, hadden een orthodox Joodse achtergrond en gedegen Joods onderwijs gevolgd. Ze waren geworteld in de Joodse traditie en in de Tenach en Talmoed. Dat is een verschil met de hedendaagse Messiaanse beweging, waar vooral Joden deel van uitmaken met een liberale of een niet-religieuze achtergrond en … vooral ook heel veel niet-joden. Men was vanaf het begin sterk gericht op het land Israël, (toen nog vooral bekend als Palestina) en haar (toen nog kleine) Joodse bevolking. Veel Hebreeuwse christenen werden als zendeling daar naar toe uitgezonden en niet weinigen zijn daar ook overleden aan ziekten als malaria. Hun focus op het land had te maken met hun gemeenschappelijke theologische en geestelijke visie. Er lag sterke nadruk op het profetische Woord, dat gericht was op de toekomst van de wereld en het herstel van Israël. Een kerntekst daarbij was Romeinen 11:26: ‘En aldus zal gans Israël behouden worden’. Anders dan vandaag de dag kwam onder hen gemeentestichting slechts sporadisch voor. Behalve de gemeente in Kishinev van Joseph Rabinowitz, werden alleen enkele Joods-christelijke gemeenten gesticht in Argentinië, de Verenigde Staten en Berlijn. De Hebreeuwse christenen onderhielden vooral contact met elkaar via hun verenigingen, waarbinnen men elkaar ontmoette en waar men ondermeer studie maakte van bijvoorbeeld de Joodse achtergronden van het Nieuwe Testament. Op zondag ging ieder naar zijn eigen kerk. Door nadruk te leggen op de uitleg van de Bijbel, kwamen ze soms tot verassende nieuwe inzichten.
Bijbeluitleg
De Hebreeuwse christenen uit de negentiende en begin twintigste eeuw waren in het algemeen orthodox. Met leerstellingen over de drie-eenheid en de Godheid van Christus of de maagdelijke geboorte van Christus had men geen moeite, zaken die voor orthodoxe Joden vaak juist hindernissen zijn om te geloven dat Jezus de Messias is. Evenmin speelden vragen een rol of men de sabbat als rustdag diende te houden of dat men andere Joodse voorschriften in acht diende te nemen. Op twee onderdelen onderscheidden ze zich van hun niet-joodse medegelovigen. In de eerste plaats waren ze sterk gericht op Israël en op het Joodse volk. In de tweede plaats betreft het hun visie op de eindtijd. Daarin waren ze beïnvloed door de orthodox Joodse opvattingen over de uitleg van de profetie. Terwijl in de meeste kerken in die tijd de profetieën eerst geestelijk werden uitgelegd en werden betrokken op de kerk en niet op het Joodse volk, gingen de Hebreeuwse christenen uit van een letterlijke uitleg van de profetie. Vandaag de dag is het voor veel gelovigen vanzelfsprekend, dat je de oudtestamentische profetie letterlijk leest, maar in die tijd was dat niet het geval. Als je als predikant geloofde in een toekomstig duizendjarig rijk, waarin Christus zou heersen als koning, was dat voldoende reden om uit het ambt gezet te worden. De orthodox-Joodse visie op de eindtijd vertoont veel overeenkomst met het zogenaamde pre-millennianisme, de opvatting die leert dat Jezus als koning zal regeren in het aardse Jeruzalem gedurende een bepaalde periode en dat Hij daarna de macht aan God zal overdragen (1 Kor. 15:23- 28). Vandaar dat veel Hebreeuwse christenen (evenals de Messiasbelijdende Joden vandaag de dag) pre-millennianist waren, vooral op basis van het Oude Testament. Orthodoxe Joden nemen aan dat als de Messias komt, Hij als koning in Jeruzalem zal regeren gedurende een lange tijd (sommigen nemen ook duizend jaar aan) en dat daarna pas God zal heersen over deze wereld. We kunnen veel leren van de uitleg van de Bijbel door de Hebreeuwse christenen uit de negentiende en begin twintigste eeuw. Ze hebben soms opvattingen, die vreemd op ons overkomen en wij niet hoeven te delen, maar ons wel tot nadenken stemmen. Maar daar wil ik in de volgende artikelen verder op ingaan.
Deel dit artikel via