Bijna 25 jaar in de bediening onder het Joodse volk, heeft de Heere mij door de jaren heen steeds meer geleerd hoe om te gaan met Zijn Woord. Ik ben dankbaar voor de vele leraren die bijgedragen hebben aan mijn geestelijke opvoeding.
Maar in zeker opzicht hebben ook degenen die me wilden laten struikelen hieraan bijgedragen. Ze hebben me er namelijk toe aangezet om met nog meer ijver de Schriften te onderzoeken. In het bijbelverspreidingswerk kom je vaak in gesprek met Joodse mensen die veel kennis hebben van de Tenach. Onder hen zijn niet zelden rabbijnen. Soms wijzen ze je antwoorden af omdat die, naar hun overtuiging, voortkomen uit een onjuiste vertaling van het Hebreeuws. Je moet dus goed beslagen ten ijs komen om een passend antwoord te geven. Als u ooit in gesprek raakt met een rabbijn kan dit korte tekstonderzoek van Psalm 2 vers 12 misschien van nut zijn. “Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!” In zijn historische context spreekt Psalm 2 allereerst over de gezalfde koning David, die gedurende zijn regeringsperiode veel oorlogen voerde. Mogelijk heeft de tekst betrekking op het verbond van de koning van Syrië en de koning van Ammon tegen Israël (2 Sam. 10). Eschatologisch gezien gaat deze tekst over de triomferende Messias, de Koning van Israël, de Heere Jezus, Die de Zoon is van David en de Zoon van de almachtige God van Israël! Anders dan de Herziene Statenvertaling geeft de Russische synodale vertaling van de zinsnede ‘ נשקו†בר†’ niet ‘Kus de Zoon’, maar ‘eer de Zoon’. Wanneer we deze Psalm met Joodse geleerden bespreken, zullen ze ongetwijfeld zeggen dat de vertaling ‘kus’ of ‘eer de Zoon’ niet juist is. Ze hebben daar overigens wel een redelijke verklaring voor.
Masoretische tekst
Het Hebreeuwse werkwoord נשקו†(nasjku) kan vertaald worden met ‘kussen’, ‘aanraken’, ‘omhelzen’ of ‘gewapend zijn’. De wortel van dit woord heeft zowel in het Hebreeuws als in het Aramees dezelfde spelling. In de Engelse vertaling van Septuagint (de Griekse vertaling van het O.T.) lezen we: “Accept correction, lest at any time the Lord be angry, and ye should perish from the righteous way" (vs. 12a). (“Aanvaard correctie, opdat de Heere niet toornig wordt, en u omkomt van de rechtvaardige weg”). In plaats van kus of eer de Zoon, lezen we hier dus ‘aanvaard correctie’. Die vertaling past rabbijnen beter, omdat het de mogelijke verbinding tussen het Messiasschap en de Zoon wegneemt. Dat ook in Spreuken 31:2 drie keer het woord בר (bar) met ‘zoon’ wordt vertaald (‘mijn zoon’, ‘zoon van mijn schoot’ en ‘zoon van mijn geloften’) zal hen niet overtuigen. Ze houden eraan vast dat het woord ‘bar’ wel in het Aramees, maar niet in het Bijbelse Hebreeuws ‘zoon’ betekent. En dat het hier om een Aramees woord gaat, sluit men uit vanwege het feit dat de Psalm wordt gedateerd op 10 eeuwen voor Chr.. Het Aramees zou pas enkele eeuwen later (en na de Babylonische ballingschap) de overheersende taal in Israël worden. Dat in vers 7 wel over de zoon wordt geschreven - “De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb U heden verwekt” – verklaren sommige rabbijnen als betrekking hebbend op het volk Israël als eerstgeboren zoon. Wij, als gelovigen in de Heere Jezus, gaan er echter vanuit dat het Hebreeuwse woord ‘ben’ (zoon) hier wijst op de toekomstige Zoon van David (zie Hand. 13:33). De vraag blijft echter waarom in vers 12 het Aramese woord ‘bar’ wordt gebruikt, terwijl het Aramees minstens een halve eeuw later door Joden gesproken zou worden. Zoals reeds vermeld wordt in Spreuken 31:2 het woord ‘bar’ drie keer in de betekenis van ‘zoon’ gebruikt. We treffen in de Bijbel echter een veel breder scala aan betekenissen van het woord ‘bar’ aan, bijvoorbeeld: reinheid, innerlijke integriteit, maar ook graan (tarwe, gerst). Uit dezelfde wortel kunnen ook nog de volgende bijvoeglijke naamwoorden worden afgeleid: gezond, volkomen, foutloos. We geven hieronder enkele voorbeelden.
Graan
In Genesis komt het woord ‘bar’ vijf keer voor en wordt het als ‘koren’ vertaald (Gen. 41:35, 49; 42:3, 25; 45:23). Hetzelfde woord vinden we in Amos 5:11; 8:5-6 en Joël 2:24, waar het met ‘graan’ en ‘koren’ is vertaald. Het graan is de ultieme drager van de identiteit van het brood. De gezondheid van het graan verzekert een goede oogst. In feite ligt het aan de kwaliteit van het graan of de aarde goede vrucht voortbrengt! Denk aan wat de Heere Jezus zegt in de gelijkenis van de zaaier waar Hij het hart van de mens vergelijkt met de aarde en het zaad met het Woord van God!
Dik
“Daarna sliep hij weer in en droomde voor de tweede maal. En zie, zeven aren kwamen op in één halm, dik (‘bar’) en mooi” (Gen. 41:5). Het gaat hier over de droom van Farao, waarin hij zeven dikke, volle korenaren uit een halm ziet groeien. Het woord ‘bar’ wordt hier gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
Reinheid
“Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver (‘bar’) van hart …” (Ps. 24:3-4). In de context van dit vers wordt het woord ‘bar’ vertaald met zuiverheid. God verlangt van de mens een zuiver hart! In Psalm 73:1 zien we hetzelfde: “Ja, God is goed voor Israël, voor hen die zuiver (‘bar’) van hart zijn”. De Heere Jezus verwijst naar deze Psalm in Zijn Bergrede: “Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien” (Matt. 5:8).
De Heere is de bron van reinhedi
Een mogelijke vertaling van de zinsnede ‘ נשקו†בר† ’ (‘kus de Zoon’) zou dus ook kunnen zijn: “word omringd (omarmd) met reinheid” of: “wees gewapend met reinheid”. Dan zou de betekenis zijn dat degenen die door God zijn gereinigd en goede vrucht zullen voortbrengen, onderweg niet zullen omkomen! We kunnen deze oproep zowel toepassen op het overblijfsel van Israël, dat samen met de Koning van Israël zal strijden, als op de heidenen en hun koningen die tegen de Messias Jezus in opstand zullen komen. De uitdrukking ‘wees gewapend met reinheid’ komt overeen met de wapenrusting van God om in de boze dag stand te houden (zie Ef. 6:1-17). Door de eeuwen heen heeft Israël haar vijanden niet met een grote hoeveelheid krijgers of wapens verslagen, maar door gewapend te zijn met Zijn reinheid, vertrouwend op de Almachtige: “Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen” (Psalm 20:8). Zo ook David, die Goliath tegemoet trad met de woorden: “U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt”. In de toekomst zal het overblijfsel van Israël de legermacht van de Messias genoemd worden, omdat ze gewapend zullen zijn met reinheid en omringd zullen zijn door de heiligheid van de Heere Jesjoea! Wat een geweldige lang verwachte en gezegende dag van de Heere zal dat zijn! Een dag die prachtig wordt omschreven in Psalm 85:11-14: “Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar. Trouw komt op uit de aarde, gerechtigheid ziet uit de hemel neer. Ook geeft de HEERE het goede, en geeft ons land zijn opbrengst. Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht uit, Hij zet haar langs de weg waar Zijn voetstappen staan”.
Samenvatting
Deze korte studie laat zien dat het woord ‘bar’ in de context van Psalm 2:12 ook vertaald zou kunnen worden met ‘reinheid’ in plaats van ‘zoon’ en dus zou neerkomen op: ‘wees gewapend/ word omringd door reinheid’. Het geeft een duidelijk beeld van de toekomstige gebeurtenissen, waar de enige manier om aan Zijn wraak te ontkomen, zal zijn: ‘Zijn reinheid omhelzen’, ofwel - en dan komen we weer dicht bij de ons bekende vertaling - de Messias van Israël te leren kennen en zich voor Hem neerbuigen! Immers de Psalm eindigt met: “Welzalig allen die tot Hem (de Messias) de toevlucht nemen!”.
Bronnen: Abraham Even Shushan "New Dictionary"Jerusalem. 1981 A New Concordance of the Bible: Thesaurus of the Language of the Bible, Hebrew and Aramaic, Roots, Words, Proper Names Phrases and Synonyms (1984)
Deel dit artikel via