Frieda Roos van Hessen, begaafd concertmusicus met een rooskleurige toekomst, werd na de Nazi invasie in Nederland een opgejaagde vluchtelinge. Ondergedoken tot het einde van de oorlog ontsnapte ze aan het gruwelijke geweld. Maar toen volgde de ontstellende ontdekking: haar hele familie was in concentratiekampen omgekomen. Ze vond innerlijke genezing door de liefde van haar Messias.
Ik ben geboren en getogen in Amsterdam. Mijn Joodse ouders spraken nooit over God. Behalve bij het huwelijk van mijn broer was ik nog nooit in een synagoge geweest. Jom Kippoer betekende voor mij niet meer dan een vrije dag van school. Ik ben overtuigd dat mijn vader en moeder ook de werkelijke betekenis van Jom Kippoer niet kenden. Zij waren als zovele van ons ‘ziende blind en horende doof’. De enige Joodse feestelijkheden bij ons thuis waren de Bar Mitswa's1 van mijn twee broers. Desondanks beschouwden wij onszelf als zeer Joods.
Verkering
In mijn tienerjaren kreeg ik verkering met een Rooms-katholieke jongen. Hoewel hij niet veel aan het geloof deed, gingen we toch vaak samen naar de katholieke kerk. Ik kwam onder de indruk van de schilderijen over de zeven statiën van de kruisiging van Jezus en raakte ontroerd door het verdriet dat op Zijn gezicht te lezen was. Het was alsof de schilder het enorme belang van deze gebeurtenis besefte.
Het was ook in mijn tienerjaren dat mijn leven een heftige wending kreeg.
De Heere heeft mij gezegend met een goede sopraanstem en na mijn studie aan het conservatorium van Amsterdam begon ik al op jonge leeftijd aan een zangcarrière. Ik mocht zingen in de Nederlandse versie van Walt Disney’s Sneeuwwitje en deed daarna mee aan het internationale zangconcours van Genève. Mijn carrière nam een enorme vlucht. Ik kreeg grote rollen in opera’s, mocht zelfs optreden voor de toenmalige koningin Wilhelmina en zong in vele concerten en live radio uitzendingen. Ook zong ik een solopartij in de Messiah van Händel en prachtige Bach-cantates in kerkdiensten.
Een abrupt einde
De Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan mijn zangcarrière. In de volgende vijf jaar verloor ik alles wat ik had: mijn hele familie en al mijn persoonlijke bezittingen. Ik moest vluchten, nooit wetend wat de volgende dag mij brengen zou en of ik dan nog zou leven. Ik werd meteen uitgesloten van alle openbare concerten. Ik was immers Joods en niet meer waard om als soliste bewonderd te worden. Eén Joods theater was tijdelijk nog toegestaan. Ik hield daar voorstellingen voor Joods publiek met beroemde uit Duitsland gevluchte Joodse kunstenaars. Ondertussen voerden de Nazi’s razzia’s uit en werden in een theater verderop Joodse mensen verzameld om naar concentratiekampen te worden afgevoerd. Vanwege mijn betrekkingen met de Joodse Raad mochten wij geestelijke bijstand verlenen aan de duizenden gedeporteerden. Ons werd gegarandeerd dat we de laatsten zouden zijn die op transport werden gezet. Het theater waar de gedeporteerden werden verzameld was een gekkenhuis, vol angst en vuiligheid. Per nacht verbleven 9.000 mensen op een plek die niet meer dan 1.000 zitplaatsen had. Zieke mensen, jong en oud, lagen in doodsangst op elkaar gepakt op de vloer op matrassen vol luizen en overal huilden kinderen. Er waren maar twee toiletgelegenheden. Ik had schurft over mijn hele lichaam en zat zo erg onder de luizen, dat toen zich een gelegenheid voordeed om onder te duiken, ik daar geen gebruik van kon maken.
Een onbekende wereld van angst
In het Joodse theater had ik een danser ontmoet met wiens zus, Henny ik bevriend raakte. Haar man was gearresteerd door de Gestapo. We besloten dat ik bij haar thuis zou blijven om haar te helpen met haar twee kleine kinderen. Mijn ex-vriendje was, zonder dat ik het wist, agent bij de Gestapo geworden uit boosheid op mijn ouders. Die hadden namelijk onze verkering verboden, omdat hij niet Joods was. Wetend waar ik verblijf hield, stuurde hij een arrestatieteam naar Henny’s huis. Ze kwamen 's nachts, doorschoten het hele huis, maar omdat we in een zware stalen etenslift verborgen zaten, vonden ze ons niet. Het arrestatieteam vertrok met de bedoeling ‘s morgens terug te keren. Dat gaf ons een paar uur de tijd om in het nachtelijk duister te ontsnappen via het dak van ons vier verdiepingen tellende huis en omliggende panden.
Zo kwamen we terecht in een onbekende wereld van angst, onderduiken en ontberingen. De vier daaropvolgende jaren zaten we op tal van plaatsen in dorpen en steden ondergedoken. Elke keer als er een arrestatie dreigde, leek het of God een engelenwacht om ons heen plaatste. De langste tijd in een schuilplaats was 212 dagen in één kamer, die we nooit verlieten, behalve kruipend in het donker om bij mijn ouders te zijn. Zij zaten ondergedoken in het aangrenzende huis, totdat zij voor 25 gulden per persoon verraden werden door de vrouw die ons verborgen hield. 25 gulden was de prijs die nazi's betaalden aan iedereen die inlichtingen verstrekte over ondergedoken Joden of mensen die stiekem naar de Engelse radio-uitzendingen luisterden. Ik zag hoe mijn geliefde ouders werden opgepakt en afgevoerd met bajonetten in hun rug. Zij en mijn lieve jongere broer Eddie, die enige tijd later ook verraden werd, kwamen om in concentratiekampen.
Jezus heelt wonden
Eddie was beroepsmusicus en het enige wat hij had meegenomen was zijn viool. Hij werd gedwongen viool te spelen, terwijl onze volksgenoten werden gemarteld en vergast. Na de oorlog ontmoette ik een arts die de concentratiekampen had overleefd. Hij vertelde me hoe de Duitsers Eddie elke medicatie onthielden, terwijl hij aan tyfus en ondervoeding leed. Moge God hen genadig zijn!
Alleen de liefde van Jezus kan ons het verdriet doen verwerken en doen zeggen: “Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen”. Jezus heelt de wonden, maar de littekens blijven.
Ik zal niet teveel uitwijden over alles wat er is gebeurd. Ik kan alleen maar zeggen dat onze God alles onder volledige controle had. Hij zag me, zelfs toen ik gevangen zat, en net als mijn ouders met een bajonet in mijn rug was gearresteerd. God was er. Hij heeft me bevrijd uit de ‘leeuwenkuil’, door de nazi’s op wonderbaarlijke wijze te dwingen mij te laten gaan. Toen het erop leek dat onze beproevingen nooit zouden eindigen, liep de oorlog uiteindelijk toch af.
Een Duitse vrouw
Plotseling begonnen mensen uit allerlei verschillende richtingen met mij over Jezus te praten. Uiteindelijk nam ik contact op met een voorganger die, geloof het of niet, een Duitse vrouw op me afstuurde. Gods wegen zijn wonderbaarlijk. Ze was getrouwd geweest met een orthodox Joodse man en leefde 33 jaar naar de Joodse traditie. Haar man stierf plotseling en liet haar met een gebroken hart achter. De Heere sprak tot haar en ze werd wedergeboren.
Na zes weken met haar te hebben gediscussieerd, vroeg ze me om Jesaja 53 en Psalm 22 te lezen. Van Jesaja 53 begreep ik geen woord. Zoals beloofd, las ik vervolgens Psalm 22. Aangekomen bij vers 17 waar staat: “Zij hebben mijn handen en voeten doorboord”, slaakte ik een kreet: “O mijn God, dat is Jezus, want Hij werd gekruisigd!” Toen herinnerde ik me de christelijke schilderijen die ik jaren geleden had gezien in die Katholieke kerk in Amsterdam. Opeens werd het me allemaal duidelijk. Ik ging terug naar Jesaja 53 en begreep nu elk woord. Halleluja! De schellen vielen van mijn ogen en het eerste wat ik zei, was: “het is net alsof ik vanuit een zwart gat in het licht kom”. Op dat moment wist ik nog niet dat Jezus het ‘Licht der wereld’ wordt genoemd. Ik was wedergeboren, helemaal alleen in een kamer, door het lezen van het Oude Testament. Daar, in die kamer openbaarde Jezus Zichzelf aan mij. Na het lezen van de Evangeliën, werd me nog veel meer duidelijk. Sindsdien heeft God niet alleen mijn zangcarrière gezegend in de ‘Nieuwe Wereld’, maar me ook in staat gesteld een levend getuigen van Jezus de Messias te zijn. Toen ik vele jaren later in Israël de plaatsen bezocht waar Jezus rondging en predikte, is het Woord mij nog dierbaarder geworden.
God heeft Frieda geroepen voor diverse bedieningen, zoals pastoraal werkster op vrijwillige basis voor een periode van 20 jaar in een zwaar bewaakte gevangenis en leidster van de muziek tijdens kerkdiensten in gevangenissen. Ze leidt al jaren haar eigen kerkdiensten in één van de grote verpleeghuizen in Charlotte, North Carolina. Tegenwoordig dient ze de Heere in het pastoraat en door het geven van haar persoonlijke getuigenis in de Verenigde Staten en in het buitenland. De regisseur Steven Spielberg heeft Frieda gevraagd haar getuigenis van overleving toe te voegen aan het Sjoa (Holocaust) project, het Holocaust Museum in Washington DC en in Jeruzalem. Zij heeft hierin ook haar persoonlijke getuigenis van haar geloof in Jezus als Messias kunnen laten vastleggen.
Voetnoot:
1. Moment waarop een Joodse jongen op 13 jarige leeftijd ‘zoon der wet wordt’. Religieus volwassen is hij vanaf dat moment volwaardig lid van de gemeenschap.
Het verhaal van Frieda Roos is ook in boekvorm verschenen bij uitgeverij Elikser B.V.
Titel: Leven in de schaduw van de Swastika
Aantal pagina’s: 238
Prijs: € 16,50
Deel dit artikel via