Barri is opgegroeid in een traditioneel Joods gezin. Toch voelt ze zich vervreemd van God. Op een dag gebeurt er tijdens een ‘toevallige’ zakenlunch iets dat haar leven totaal verandert.
Het gezin waarin ik ben opgegroeid was traditioneel Joods. Mijn vader was orthodox en mijn moeder behoorde tot het liberale Jodendom. Als compromis werden we de eerste twaalf jaar van ons leven liberaal opgevoed en daarna orthodox. Ik begreep maar weinig van alle verschillende tradities en voelde me vervreemd van God. Hoewel ik wel was opgevoed met sterke morele normen en waarden en het belang van Joodse tradities, was er geen aandacht voor persoonlijk gebed. In mijn herinnering heb ik maar twee keer tot God gebeden. Een keer was tijdens een storm in een klein propellervliegtuigje. God bracht ons veilig aan de grond, maar daar heb ik Hem niet eens voor bedankt.
Jesjoea is niet de Messias
Mij werd geleerd dat Jesjoea niet de Messias was, dat Hij niet geboren was uit een maagd en ook niet was opgestaan uit de dood. Toch fascineerde Hij mij. Ik keek graag films als ‘Jesus Christ Superstar’ en ‘Jezus van Nazareth’. Op de universiteit koos ik zelfs een vak over Jezus en de Griekse filosoof Socrates. We lazen daarbij uit een moderne Engelse Bijbelvertaling. De zaterdagmiddagen in het studentenhuis herinner ik mij goed. Liggend op mijn bed las ik de Bijbel en wenste dat ik het boek Openbaring kon begrijpen. Na afronding van dit vak verdween de Bijbel in de boekenkast. Pas jaren later sloeg ik het weer open.
Een Messiaanse Jood?
In 1980 had ik een lunch met twee zakenpartners in het restaurantje van mijn neef in Dallas. De directeur van het bedrijf, Larry, vertelde me dat hij een Messiaanse Jood was. “Een wat?” zei ik. Daar had ik nog nooit van gehoord. Hij noemde zichzelf ook een wedergeboren Jood. Nieuwsgierig vroeg ik hem om me wat meer te vertellen. Larry deelde zijn persoonlijke getuigenis en citeerde Jesaja 53:6: “Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen”.
Ik besefte dat Larry het over Jesjoea had. Ook citeerde hij delen van Psalm 22: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten … mijn tong kleeft aan mijn gehemelte … Want honden hebben mij omsingeld … zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord … Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad”. Dit ging over de kruisiging!
Een radicale verandering
Het enige wat ik kan vertellen over dat moment is dat ik toen wedergeboren werd. De Heilige Geest stelde me in staat om te begrijpen dat deze twee mannen de waarheid vertelden. Ook besefte ik dat ze citeerden uit mijn Bijbel, de Heilige Schriften, zoals het Joodse volk ze noemt. Ik vroeg Larry: “Maar hoe zit het met mijn familie?” Hij antwoordde met Jesjoea’s woorden uit Lukas 18: “Voorwaar, Ik zeg u dat er niemand is die huis of ouders of broers of vrouw of kinderen verlaten heeft om het Koninkrijk van God, die niet het veelvoudige zal terugontvangen in deze tijd, en in de wereld die komt, het eeuwige leven”. In dat restaurantje werd mijn leven voorgoed veranderd. Ik ging compleet anders naar buiten dan ik naar binnen was gegaan. Ze gaven me een Bijbel en baden met me. Eenmaal weer in mijn auto bad ik: “Heere, ik geloof, maar ik kom uit Missouri. De slogan van onze staat is: ‘Laat het me maar zien!’ Heere, wilt u me laten zien of dit de waarheid is over Jesjoea?”
God begon daarna dingen in mijn leven te doen die ik zelf nooit had kunnen bewerkstelligen. Hij bracht mensen op mijn pad op zo’n bijzondere manier en liet duidelijk zien hoeveel Hij van me houdt. Ook genas hij me van een pijn die alleen bij Hem bekend was. Namelijk van de pijn en schaamte die ik had, omdat ik twee keer het slachtoffer ben geweest van aanranding. God hielp me ook om het goed te maken met mensen die ik had gekwetst. Hij toonde me Zijn wil voor mijn leven. God trok mij uit de modder en liet mij liefdevol zien hoe blind ik eigenlijk was voor mijn eigen zwakheden.
Mijn familie
Toen ik mijn moeder vertelde over mijn geloof, smeekte ze me om het niet aan mijn vader te vertellen. Jarenlang deed ik dat ook niet. Maar op een dag pakte ik de telefoon en vertelde hem dat ik een volgeling van Jesjoea was. Hoewel hij in eerste instantie geïntrigeerd was, begon hij mijn geloof te haten. Hij maakte zelfs een afspraak voor me bij de rabbijn van zijn synagoge. Daar ben ik toen ook naartoe geweest. De conclusie van dit gesprek was dat we accepteerden het niet met elkaar eens te zijn.
Een jaar nadat ik tot geloof was gekomen, ging mijn broer Scott door een moeilijke tijd. Hij was werkeloos en zat zonder inkomen, auto en huis. Aan de telefoon vroeg ik hem of ze in het hotel waar hij verbleef ook een Bijbel hadden. “Oude of Nieuwe Testament?”, vroeg hij. “Allebei”, zei ik. Toen kwam Scott met de grote verrassing: “Zeven jaar geleden heb ik Jesjoea aangenomen tijdens een bijeenkomst van de Fellowship of Christian Athletes!” We moesten allebei huilen van vreugde. Een van Gods grootste geschenken in mijn leven is om mijn broer Scott als medegelovige te hebben. Maar er volgde nog een groot cadeau. Ook mijn tweede broer Mickey kwam tot geloof!
Op 62-jarige leeftijd ben ik voor het eerst getrouwd en om door het leven te wandelen met Jesjoea is een enorme zegen. Elke dag weer!
Deel dit artikel via