Al sinds een aantal jaren is Syrië bijna dagelijks in het nieuws. Helaas heeft dat te maken met oorlog en geweld. Op het moment van het schrijven van dit artikel zijn al meer dan 80.000 doden te betreuren en zijn grote aantallen Syriërs hun vaderland ontvlucht. Hoe moeten we de huidige situatie zien in het licht van de Bijbel en heeft ze ook een profetische duiding?
Begin van Syrië
In de volkerenlijst van Genesis 10 lezen we in vers 22 de naam van een zoon van Sem, namelijk Aram. Deze Hebreeuwse naam wordt in onze Bijbel, afhankelijk van welke vertaling, ook als Syrië weergegeven. Als we de naam ‘Syriërs’ lezen, dan staat er in het Hebreeuws echter Arameeërs. De naam Syrië komt van een Griekse benaming voor de Arameeërs en Assyriërs en is waarschijnlijk van Assyriërs afgeleid. Zij is misschien via de Griekse vertaling van de Tenach, de Septuagint, in onze Bijbels terechtgekomen. In het Hebreeuws staat er echter altijd Aram en Arameeërs. Zij hebben net als Israël Sem als stamvader, hoewel Israël uit Arfachsad (vs. 22), een andere zoon van Sem, voortkomt. De eerste met naam genoemde Arameeër is Bileam (Num. 23:7).
In de tijd van het koninkrijk
Als het volk Israël al lange tijd in het land Kanaän woont en (na de periode van de richters) David zijn koninkrijk sticht, lezen we over de Syriërs. Het is opmerkelijk dat in 2 Samuel 8:5 en 10:6, drie verschillende groepen worden genoemd: de Syriërs van Damascus, van Rechob en van Zoba. Het volk was blijkbaar opgedeeld in een aantal koninkrijken. Aram-Zobah stond aan het hoofd van de Aramese koninkrijken in Syrië en was de grootste tegenstander van David. Het centrum van zijn macht was de vallei van Libanon. Toch onderwierp David ook dit koninkrijk. We zien dus hier al de invloed van de Syriërs in Libanon, zoals dat ook nu in de laatste decennia het geval is. Na David krijgen ook andere koningen van Israël en Juda met de Syriërs te maken, zoals Achab die door hen wordt gedood. De profeet Amos voorzegt (in 1:3-5) de wegvoering van de Syriërs van Damascus door de Assyriërs. Een gebeurtenis die in 2 Koningen 16:9-16 beschreven wordt. Later, in de tijd van koning Joas, zendt de HEERE de benden van de Chaldeeën en de Syriërs tegen Jojakim (2 Kon. 24:2). Het zal hier om een ander deel van het Syrische volk gaan. Het kan ook zijn dat de Syriërs van Damascus weer zijn teruggekeerd nadat Assyrië door Babel is verslagen. De Syriërs werkten voor Nebukadnezar, de koning van Babel (Jer. 35:11) nadat deze Damascus had ingenomen (Jer. 49:23-27).
Griekse periode
Na de terugkeer van een klein deel van de Joden uit de ballingschap in de tijd van koning Kores van Perzië, wordt het Perzische Rijk overwonnen door de Griekse koning Alexander de Grote. Na zijn plotselinge dood in het paleis van Nebukadnezar te Babel (!) wordt zijn rijk opgedeeld onder vier van zijn generaals. Het noordelijke deel, het rijk van de Seleuciden, bestond uit (in onze dagen gerekend) een deel van Turkije, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Afghanistan, Armenië, Turkmenistan, Oezbekistan en Tajikistan. Een van de koningen van dit rijk, Antiochus Epiphanes, vervolgde in de tijd van de Maccabeën de wetsgetrouwe Joden in Israël en verontreinigde de tempel door het plaatsen van een beeld van Zeus. Volgens diverse uitleggers vinden we hem beschreven in Daniël 11:21-35. Ik geloof echter dat deze profetie ook nog een eindvervulling krijgt als de wereldleider, het beest uit de zee (Op. 13), waar Antiochus Epiphanes een type van was, op het wereldtoneel zal verschijnen. Hij is de kleine horen die volgens Daniël 8:8-11 uit het noordelijke deel van het Griekse Rijk zal komen en dat is de (wijde) omgeving van Syrië. Hij wordt in Daniël 11 als de koning van het Noorden beschreven.
Herhaling
Naar mijn inzicht zal hij in de herbouwde stad Babel zijn residentie nemen. In feite gaan we dan een herhaling van de geschiedenis zien, zoals die zich onder Nebukadnezar heeft voltrokken. De Syriërs werden door hem overwonnen en hielpen mee bij de belegering van Jeruzalem. De toekomstige overwinning op Damascus zien we geprofeteerd in Jesaja 17 waar het gaat over de Dag van de HEERE (zie ook Zach. 9:1). In Zacharia 14:2 staat: “Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, ...”.
Volgens Daniël 11:41-45 zal de koning van het Noorden de leider zijn en het is frappant om te zien dat een aantal volken aan zijn hand zullen ontkomen, in het grondgebied van wat nu Jordanië is.
Voorbereiding
De zogenaamde Arabische lente die in het voormalige zuidelijke deel van het Griekse Rijk begonnen is, de regio van de koning van het Zuiden die komen gaat (Dan. 11), blijkt een beweging te zijn waarin de fundamentalistische islam meer macht krijgt. Na de zuidelijke landen was het wachten op de noordelijke landen. In Afghanistan en Irak is er door het toedoen van het westen een instabiele situatie ontstaan en dat gebeurt nu ook in Syrië en Libanon. Als de strijd straks is beslecht, zal die ‘verachtelijke man’ opstaan, die zal komen in zorgeloze rust en het koningschap zal grijpen door vleierijen (Dan. 11:21). Hij zal uiteindelijk de tenten van zijn paleis tussen de zeeën opzetten, bij de berg van het heilig sieraad, dat is de Olijfberg (Dan. 11:45). Dit wijst naar de belegering van Jeruzalem. Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben, want de HEERE zal strijden en overwinnen. De situatie in Syrië en de hele regio is dus een voorbereiding voor de eindstrijd die komen gaat.
Deel dit artikel via