Ingrijpende gebeurtenissen in de wereld zijn een goede voedingsbodem voor een wildgroei aan theorieën. Vaak is het moeilijk te achterhalen wat waar is en wat niet. Men gaat op zoek naar informatie. Soms in de Bijbel, soms in andere bronnen.
Nieuws is altijd gekleurd. Berichtgeving over Israël is daarvan het voorbeeld bij uitstek. Een kritische houding tegenover de media is dus gezond. Maar wanneer kritiek uitgroeit tot wantrouwen zoekt men informatie op een andere plek. Vandaag de dag is die plek meestal het internet. Helaas is niet iedereen zich bewust dat bij online media dezelfde kritische houding nodig is als bij andere media.
Allereerst is het natuurlijk zo dat iedereen, ongeacht zijn bedoelingen of expertise, informatie op internet kan zetten. Waarheid en leugen zijn te vinden in dezelfde vergaarbak.
Maar er is meer aan de hand. Wie wel eens online heeft gewinkeld kent het volgende principe: Als ik in een webwinkel een boek aanklik, krijg ik meteen boeken te zien die andere kopers van dit boek ook kochten. Handig, want wellicht zijn deze boeken ook voor mij interessant. Het principe is ook terug te vinden bij platforms als Netflix. Kijk ik daar een film, dan krijg ik daarna soortgelijke films te zien.
Het principe kan handig zijn, maar heeft ook een keerzijde. Ten eerste werkt het verslaving in de hand. Er is telkens meer te koop en te zien van wat ik interessant vind. Ten tweede zie ik na verloop van tijd alleen nog maar meer van het hetzelfde. Mijn beeld wordt eenzijdig. Nu zijn de gevolgen daarvan te overzien als het gaat om een boek of film ter ontspanning. Maar wanneer het gaat om een zoektocht naar de waarheid zijn de gevolgen enorm.
Google, YouTube en Facebook
Veel zoektochten beginnen op Google, YouTube of Facebook. Al deze platforms maken gebruik van exact hetzelfde principe. Wie denkt dat Google niet meer is dan een zoekfunctie zoals die van de bibliotheek heeft het mis. Zoekresultaten zijn gebaseerd op veel meer dan de door u ingegeven zoekwoorden. Of u thuis zoekt, op uw werk of bij een vriend maakt al verschil. Wat u te zien krijgt, wordt bepaald door een algoritme, dat dicht in de buurt komt van kunstmatige intelligentie. Locatie, tijdstip en zoekgeschiedenis zijn allemaal van invloed op wat u te zien krijgt, net zoals bij de webwinkel. De kans dat u bevestigd wordt in wat u eerder bekeek is dus groot.
Een voorbeeld
Wanneer ik ‘corona is’ intik, geeft Google suggesties voor aanvullingen. Bij mij is de eerste ‘corona is een fabel’. Vervolgens zal ik bij de zoekresultaten de meest nieuwsgierig makende kop als eerste aanklikken. Ik klik een paar vergelijkbare resultaten aan en binnen enkele minuten is mijn eerste zoekgeschiedenis geschreven. Elk van deze klikken wordt meegenomen in wat mij in de toekomst wordt voorgeschoteld.
YouTube kent een soortgelijk effect. Hoe vaak begint onze zoektocht niet met een video die we doorgestuurd krijgen waaruit blijkt dat iets of iemand niet te vertrouwen is? Soms klinkt de video zelfs als een Bijbelstudie. Naast de video zien we meteen gerelateerde video’s. Voor we het weten, hebben we er een paar bekeken. De volgende keer dat we YouTube bezoeken zien we meteen video’s die ons beeld van de eerste video bevestigen.
Pizzagate
Hoe groot de gevolgen kunnen zijn bewijst het verhaal van ‘pizzagate’. In oktober 2016 komen via WikiLeaks e-mails van een staflid van Hillary Clinton naar buiten. Op basis van een e-mail over een pizza ontstaat op een online forum de theorie dat ‘pizza bestellen’ codetaal is voor mensenhandel. De Clintons zouden een pedofielennetwerk runnen vanuit een pizzeria waar de Democratische Partij soms feestjes organiseert. Rondom de theorie ontstaan diverse Facebookgroepen. Deze worden voorgesteld aan mensen die zich bezighouden met andere minder gangbare theorieën, net zoals de gerelateerde video’s bij YouTube. Het aantal aanhangers van de theorie groeit zo enorm.
Nog geen drie maanden later loopt Edgar Welch de betreffende pizzeria binnen met een doorgeladen machinegeweer op zoek naar de kelder waar de kinderen zouden worden vastgehouden. De pizzeria blijkt niet eens een kelder te hebben…
Ondanks dit alles heeft de theorie nog steeds veel aanhangers, ook in Nederland. Tegenwoordig verzamelen ze zich onder de term QAnon. Afgelopen september was er nog een protest op het Museumplein. In een item van Nieuwsuur (25 september) is te zien dat betogers borden dragen met de tekst ‘in Jezus’ naam’ en het mensen zijn ‘die heel erg van God houden’. Blijkbaar zijn christenen niet immuun voor de effecten van online media.
Jodenhaat
Wat ook opvalt, is dat dergelijke theorieën bijna altijd leiden tot antisemitische gedachten. Het begint bij vergelijkingen van de huidige situatie met de Holocaust, waarbij de verschrikkingen die het Joodse volk zijn overkomen worden gebagatelliseerd. Maar het eindigt bij directe beschuldigingen richting het Joodse volk.
Het coronavirus zou gekweekt zijn in een Israëlisch laboratorium. Israël zou betrokken zijn bij de aanslag op de Twin Towers. Want Joodse medewerkers van het WTC ‘waren die dag thuis gebleven’.
Als QAnon-aanhangers vertellen dat ‘de elite bloed van kinderen drinkt om jong te blijven’ is het een kleine stap naar het aloude fabeltje dat Joden kinderen zouden vermoorden om met hun bloed matzes te bereiden. De term die QAnon gebruikt voor deze elite is in het Engels ‘cabal’. Het refereert direct aan ‘kabbala’, de Joodse mystiek.
Bij veel theorieën komen de namen van de George Soros en de Rothschilds naar voren, een Joodse zakenman en een Joodse bankiersfamilie. Laat het voor ons als christenen een extra waarschuwing zijn om verstandig te werk te gaan in onze zoektocht naar waarheid.
Oplossing
Natuurlijk zijn er oplossingen. Daar zoeken de betreffende platforms nu ook naar. Maar we kunnen zelf ook op een andere manier de waarheid zoeken. Bijvoorbeeld door andere platforms te gebruiken, beter te kijken naar de bron van wat we aanklikken en bewust zoeken naar wat andersdenkenden over ‘onze theorie’ schrijven. Want anders wordt de jungle van informatie een moeras waarin je steeds verder wegzinkt.
Profetieën te pas en te onpas
Christenen hebben natuurlijk een andere belangrijke Bron voor informatie, het onfeilbaar Woord van God. Gelukkig grijpen velen bij crisissituaties naar de Bijbel voor waarheid. Maar ook daarin kunnen we onze informatie op een verkeerde manier zoeken.
Naar aanleiding van de coronapandemie wijzen veel mensen op de besmettelijke ziekten die de Heere Jezus noemt in Zijn eindtijdrede (Matt. 24:7). Anderen noemen, in verband met een eventueel vaccin, het merkteken van het beest (Opb. 13:16-17).
Dat men bij een ingrijpende gebeurtenis profetieën citeert is niet nieuw. Ook het internet werd ooit het merkteken genoemd. De letters ‘www’ waar elk webadres mee begint vormen in het Hebreeuws namelijk 666.
Na de aanslag op de Twin Towers ging het vaak over Openbaring 18: “Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen. En de kooplieden van de aarde zullen over haar huilen en treuren.” (Opb. 18:10-11a)
Toen Trump aan de macht kwam werd hij vergeleken met koning Kores (Jes. 45) en velen doen dat nog steeds. Andere Amerikaanse presidenten werden in het verleden juist uitgemaakt voor de antichrist, net zoals diverse pausen. En aan de hand van hoeveel bijzondere standen van sterren en bloedmanen is al niet de wederkomst van Christus voorspeld?
Op zich is het natuurlijk goed dat men zich tot de Bijbel wendt bij bijzondere situaties. Gods Woord biedt ons tenslotte zekerheid, troost, hoop en uitzicht. Maar bij hoeveel van deze gebeurtenissen hebben we achteraf niet moeten vaststellen dat dit toch niet was waar de profetie over ging? Waarna rectificatie helaas vaak uitblijft. Een dergelijke manier van omgaan met de Bijbel doet meer kwaad dan goed. Het resultaat is vaak een bepaalde spanning of zelfs angst dat ‘het nu eindelijk gaat gebeuren’. De Heere Jezus waarschuwt hier juist voor: “U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.” (Matt. 24:6)
Een ander gevolg kan zijn dat men teleurgesteld raakt in de Bijbel en de profetieën niet meer serieus neemt. Overigens opvallend dat dergelijke theorieën over vervulde profetieën vooral gedeeld worden via het internet, waardoor het informatiemoeras verder groeit.
Natuurlijk moeten we altijd de waarheid zoeken in de Bijbel zoeken in tijden van onzekerheid. De vraag is alleen hóe we dat doen.
Zo vergeten we bij de eerder genoemde Bijbelcitaten vaak naar context te kijken. Neem bijvoorbeeld het merkteken van het beest. In de context is te lezen dat er eerst nog andere dingen moeten gebeuren: ‘Het beest uit de zee’ moet opkomen, de wereld hem moet aanbidden, dat ‘het beest uit de aarde’ eerst grote tekenen zal doen, dat er een beeld zal worden neergezet dat kan spreken, dat wie hem niet aanbidt gedood zal worden, enz. (Opb. 13:1,8,11,13,15). Dit helpt ons te bepalen waar we dit teken plaatsen.
Het echte probleem
Het dieperliggende probleem is dat wij naar aanleiding van het nieuws of een website de Bijbel pakken. Terwijl de volgorde andersom moet zijn. Als we de profetieën kennen, dan hoeven we ze niet snel op te zoeken als de nood aan de man is. Wanneer we de Bijbel in zijn geheel lezen, kunnen we profetieën sneller in hun context plaatsen. Met dat als vaste grond kunnen we met een kritische houding naar het nieuws en het internet kijken. Maar laten we vooral onze blik op de Heere Jezus en Zijn Woord gericht houden. Dat geeft rust in turbulente tijden.
“En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. […]
Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief. En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade, moge uw harten vertroosten en u in elk goed woord en werk versterken.” (2 Thess. 2:1-2, 15-17).
Deel dit artikel via