De Bijbel spreekt uitvoerig over de toekomst van deze wereld. Toch worden profetieën onder gelovigen weinig bestudeerd. Sommigen halen de schouders op en zeggen: “Profetieën zijn mooi voor puzzelaars, maar niet voor mij. Ik begin er niet aan”. Anderen hebben meer praktische argumenten. Maar is een derde deel van de Bijbel links laten liggen wel zo’n goed idee?
Paulus spoort ons krachtig aan om ons bezig te houden met de Bijbelse profetieën: “Heel de Schrift is door God ingegeven” (2 Tim. 3:16a), en: “Veracht de profetieën niet” (1 Thess. 5:20). Ook Petrus laat geen twijfel bestaan: “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats” (2 Petr. 1:19a).
In de praktijk komt het er om verschillende redenen vaak niet van ze te bestuderen. De profetieën zouden niet nodig zijn voor ons geestelijk leven. We twijfelen over de noodzaak ervan of we menen dat we genoeg hebben aan het Nieuwe Testament. Of simpelweg omdat we niet opgegroeid zijn met het idee om de Bijbel ook met het oog op de toekomst te lezen. Misschien omdat de teksten moeilijk te doorgronden zijn en het ons moeite kost om ons erin te verdiepen. Dat kunnen inderdaad belemmeringen zijn.
EEN VRIJE KEUZE?
Bovenstaande bezwaren tegen het lezen van de profetieën zijn soms begrijpelijk en niet per se een kwestie van onwil. Maar mogen we er daarom aan toegeven? Laten we bedenken dat we het wel hebben over een deel van Gods Woord, dat - qua omvang - groter is dan het hele Nieuwe Testament. Geen kleinigheid dus! De vraag is: Hebben wij de vrije keuze ze links te laten liggen?
GOED VOORBEREID
Niemand stapt in het vliegtuig zonder te weten waar hij naartoe gaat en waarom. Gaat het om een vakantie, een sportevenement of een uitzending naar een crisisgebied?
In al die gevallen zal de voorbereiding er anders uitzien. Kleding, training, voeding en bagage stemmen we af op het doel van de reis en de verwachte omstandigheden. Zelfs als we boodschappen doen, naar school of werk gaan, bereiden we ons voor. Zouden we dan op de belangrijkste reis van ons leven niet hoeven weten wat we in de toekomst allemaal kunnen tegenkomen? Hoeven we ons daarop niet voor te bereiden?
GEEN PLEZIERREISJE
Onze reis is volgens Mattheüs 24 geen vakantietrip, maar een gevaarlijke reis, een reis waar we obstakels en zelfs vijanden zullen tegenkomen. De bekende eindtijdrede van de Heere Jezus in dit hoofdstuk is Zijn ultieme antwoord op de vraag van de discipelen naar de toekomst: “Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?” (Matt. 24:3b).
De Heere Jezus begint Zijn antwoord met: “Pas op dat niemand u misleidt” (vs. 4b). In plaats van concreet te antwoorden op de wanneer-vraag, begint Hij met een waarschuwing voor misleiders. Is dat niet veelbetekenend? Blijkbaar vormen deze misleiders voor de gelovigen in de aanloop naar de wederkomst het allergrootste gevaar. Als Hij ons met zoveel nadruk waarschuwt voor deze mensen, wil Hij natuurlijk vooral dat we oppassen voor hun leringen. Daarom zegt Paulus: “En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer” (Ef. 5:11). Dit is geen vrijblijvende zaak. Het is geen keuzemogelijkheid, maar een opdracht.
VALSE PROFETEN
Paulus besteedt ruim aandacht aan de beschrijving van de misleiders die we op onze weg kunnen tegenkomen: “Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn naar hun werken” (2 Kor. 11:13-15).
Als deze bedriegers, die zich voordoen als oprechte gelovigen, op onze weg komen, zullen we hen moeten kunnen weerstaan en ontmaskeren. Is dit niet juist waartoe hij ons oproept in Efeze 6: “Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel” (Ef. 6:11). Behalve ‘listige verleidingen van de duivel’ spreekt Paulus ook over een strijd tegen overheden, machten, wereldbeheersers van de duisternis, machten van het kwaad en vurige pijlen van de boze (vs. 12, 16). En dat alles om ons te wapenen voor de dag van het kwaad (vs. 14). Het aantrekken van de geestelijke wapenrusting is dus de noodzakelijke voorbereiding op een reis waar moeilijkheden niet zullen ontbreken. Het hanteren van die wapen- rusting is bedoeld om deze dienaren van de satan te ontmaskeren.
HET PROFETISCHE WOORD
Het zijn juist de woorden van de profeten die ons inzicht geven in hoe de satan werkt en wat zijn plannen zijn. Juist de profetieën helpen ons om leer en dwaalleer van elkaar te onderscheiden, om de valse beloften van de satan te onderscheiden van de ware beloften van de Heere. Het beeld dat de profeten van de toekomst schetsen, is bij uitstek bedoeld om ons voor te bereiden op de reis die voor ons ligt.
De satan zal in de eindtijd komen als een engel des lichts met zijn verleidingen (2 Kor. 11:14, 15) en als een briesende leeuw met de heerschappij van het beest (Opb. 13). Laten we, als onmisbaar onderdeel bij het bestuderen van Gods Woord, luisteren naar de profetische waarschuwingen van de Heere voor de dingen die staan te gebeuren. We zullen ze hard nodig hebben. Petrus noemt deze waarschuwingen: “een lamp die schijnt in een duistere plaats” (in 2 Petr. 1:19b). Als we op onze reis duistere plaatsen tegenkomen, dan hebben we het licht van het profetische woord zeker nodig. En wie het profetische Woord kent, weet dat die duisternis niet alleen toekomst is, maar de realiteit van de wereld waarin wij leven. Laten we nu al die lamp aansteken!
HOE BESTUDEER JE DE PROFETIEËN?
Het is soms best moeilijk teksten te doorgronden. Op Wegwijs in de profetieen vind je een audiostudie die je helpt een eerste stap te zetten.
Deel dit artikel via