In Jesaja 9 lezen we over het Joodse volk dat in duisternis wandelt. Maar in welke duisternis bevinden zij zich en is het voor altijd?
Het volk van Juda is in opperste verwarring. Zij worden bedreigd door de legers van het noordelijke koninkrijk Israël en Syrië. Dan zoeken ze hulp bij Assyrië. Maar voor Assyrië zal dat een aanleiding zijn om Juda binnen te vallen en het aan zich te onderwerpen. Ook als ze hulp zoeken bij andere volkeren zal hen dat niet baten. Ze zoeken immers hulp bij iedereen behalve bij de Enige die hen kan helpen. De naam Jesaja betekent: de HEERE redt. Voortdurend roept Jesaja het volk op om zich tot God te keren voor hulp. Maar zelfs als iedere menselijke hulp faalt, zoeken ze nog geen steun bij God.
In hoofdstuk 8:19 zegt God tegen Jesaja: “Wanneer zij dan tegen u zeggen: Raadpleeg de geesten van doden, en waarzeggers met hun gelispel en geprevel- zeg dan; Moet een volk Zijn God niet raadplegen? Moet men voor de levenden de doden raadplegen?
Steun zoeken
Ze zoeken uiteindelijk hun steun bij de geesten van doden en bij waarzeggers. God heeft dit verboden (Deut. 18:10-12). Wanneer je dat doet, kom je in duisternis terecht. En hoe meer je je keert tot de demonische machten en hun handlangers, hoe groter de duisternis zal worden, zodat er geen dageraad meer zijn (Jes. 8:20). Er zal alleen maar benauwdheid en duisternis zijn, angstaanjagende donkerheid (vers 22).
We realiseerden ons dat bij het Joodse volk vandaag de dag ook veel duisternis is. Ultraorthodoxe joden bezoeken graven van overleden rabbijnen om bij hen raad en bemiddeling te vragen. Seculiere Israëli’s zoeken massaal hun steun bij New Age en in het Boeddhisme en Hindoeïsme.
Gods belofte
Maar dan geeft God een geweldige belofte: “Voorzeker, er zal geen donkerheid blijven voor het land waarin benauwdheid is” (Jes. 8:23). De ondergang van het koninkrijk Juda is onafwendbaar en het volk zal in ballingschap gaan, maar ook de komende verlossing zal zeker plaatsvinden.
Verderop in vers 5 kondigt Jesaja aan: “Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt zijn Naam: Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.” Dit slaat op de geboorte van Jezus in de eerste eeuw. Maar zoals zoveel profetieën zijn er meerdere vervullingen. Als Hij terugkomt, zal Hij zitten op de troon van zijn voorvader David en zal aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede geen einde komen (vers 6).
Dan zal ook het Joodse volk Hem erkennen als Messias en zullen deze profetieën volledig vervuld worden. Vanuit dit perspectief mogen we Gods Woord onder hen verspreiden en bidden dat de Heere hen de ogen zal openen. Dan zal de duisternis verdwijnen en mogen zij wandelen in het licht van de Messias.
Deel dit artikel via