Van bankroet naar rijkdom

Bijbelstudie-Bankroet-Rijkdom.png Naar overzicht Print pagina

Na een reis van zo’n elf uur laat de blauwe KLM-zwaan ons achter op het vliegveld van Rio de Janeiro. Met hooguit vijftig passagiers aan boord hebben we tijdens de reis onze stoelendansvaardigheden aardig kunnen oefenen. Want door de pandemie is het aantal reizigers drastisch afgenomen; alleen zakenlui, families op weg naar huis en twee zendelingen.

Eerlijk gezegd waren we heel graag in Nederland bij onze (klein)kinderen gebleven, maar voor het missionaire werk in Rio de Janeiro was onze aanwezigheid hard nodig. Daarnaast wilden wij ook nog heel graag Eduardo, de vertegenwoordiger van Israël en de Bijbel in Brazilië, ontmoeten.

Corona en lockdown

Nog voordat we een afspraak kunnen inplannen, schiet Rio de Janeiro in een lockdown van tien dagen. Althans, de officiële benaming luidt: een verlengde vakantieperiode voor iedereen. Want er zijn een paar losse vrije dagen en gemakshalve worden de tussenliggende dagen voor iedereen verplichte vrije dagen.

Brazilië is hét land van extremen: van prachtige parelwitte stranden tot monotone droge grauwe vlakten en van architectonische hoogstandjes tot sovjetachtige flats. Die tegenstelling zien we ook weer bij de coronapandemie. Niet alleen is er een enorme kloof tussen de ontkenners en de overdrijvers (de waarheid ligt uiteraard in het midden), maar ook in de mate waarin de effecten en de maatregelen de minderbedeelden treffen. De erbarmelijke situatie in de krottenwijken van Rio de Janeiro is door de pandemie nog verder verslechterd. Velen zijn hun baan kwijtgeraakt, en nog meer dan de ziekte zelf is honger een enorm probleem. Vrijwel dagelijks ontvangen we verzoeken voor voedselhulp. En tot overmaat van ramp nemen nu ook de schietincidenten tussen de zwaarbewapende drugsbendes toe. Onlangs nog kreeg één van onze mensen een kogel door zijn autoraam. Met dank aan de Heere bleef hij ongedeerd.

Winkel annex kerkzaal

Eindelijk lukt het ons toch om een interviewdatum af te spreken. We ontmoeten Eduardo in zijn Israël-winkel annex kerk. In zijn zaak verkoopt hij onder andere taliets, sjofars, matses en Joodse boeken en Thora’s, en de kerkzaal is achterin, afgescheiden door een glazen wand. Het is de enige winkel in zijn soort en de klanten komen van heinde en ver naar hem toe. Toen hij de winkel, nu ruim tien jaar geleden, opende, kwamen er in eerste instantie alleen christenen spullen bij hem kopen. Hij herinnert zich nog goed hoe ze – zittend voor een grote banner met een afbeelding van Jezus erop – kijken naar de boze Joodse mensen buiten en zich afvragen waarom ze niet naar binnen komen. Het antwoord op die vraag begrijpen ze pas veel later!

Carrière en rijkdom

Eduardo komt uit een niet-religieuze Joodse familie en verliest al op jonge leeftijd beide ouders. Behalve dat hij wees wordt, verliest hij hierdoor ook de verbinding met zijn Joodse achtergrond.

In de daaropvolgende jaren ontpopt hij zich als succesvol ondernemer, volledig gericht op carrière en rijkdom. Maar als zijn huwelijk op de klippen loopt, is hij van de een op de andere dag alles kwijt. Terwijl hij woont in zijn auto probeert hij zijn leven weer op te pakken. Zijn doorzettingsvermogen en ondernemersgeest brengen hem wederom welvaart en hij is ervan overtuigd dat het leven hem weer toelacht.

Bidden

Op een dag wordt Eduardo uitgenodigd voor een christelijk zakendiner. Hoewel hij hier in eerste instantie weinig voor voelt, gaat hij overstag als hij hoort dat er ook dames aanwezig zijn. Tijdens het diner vertelt de (gast)spreker dat alleen Jezus jouw leven kan veranderen. Hij nodigt de aanwezigen daarna uit om samen een gebed uit te spreken. Eduardo stribbelt tegen, maar zijn buurman sommeert hem om mee te bidden, al is het maar uit beleefdheid. Met tegenzin zegt Eduardo het gebed op en gaat daarna naar huis.

Weken gaan voorbij en Eduardo gaat op de oude voet verder, totdat hij op een dag een zwaar ongeluk krijgt en in het ziekenhuis belandt. Onzeker over een goede afloop stelt hij een document op waarin hij alles nalaat aan zijn zakenpartner. Want verbitterd door de scheiding wil Eduardo voorkomen dat zijn ex-vrouw nog iets van zijn vermogen zal ontvangen.

Maar de zakenpartner van Eduardo maakt misbruik van een onoplettendheid van hem en kleedt hem vervolgens helemaal uit. Gebroken en weer bankroet ligt hij in het ziekenhuis, zwak en ook nog eens zwaar gehandicapt door het ongeval. Tot zijn verbazing is het zijn ex-vrouw die hem na zijn ontslag uit het ziekenhuis gaat verzorgen en het begin van een herstel tussen de twee is een feit.

De handicap valt Eduardo zwaar, maar na vurig gebed door christelijke zakenmensen geneest hij wonderbaarlijk; de Heere Jezus is dus toch dé Weg. Vanaf dat moment zet hij zich samen met zijn ex-ex-vrouw – die ook tot geloof is gekomen – in voor de evangelieverkondiging. Aangezien ze allebei Joodse roots hebben, proberen ze om enerzijds een brug te leggen naar christenen om het Oude Testament beter te begrijpen en anderzijds met Joodse mensen het Evangelie te delen.

De omslag

Het contact met de christenen verloopt aanzienlijk gemakkelijker dan met de (orthodoxe) Joden. Het valt hen zwaar om hen te bereiken. De omslag komt wanneer Eduardo en zijn vrouw op een dag naar huis rijden. Het regent pijpenstelen en voor hen zien ze twee mensen op de motor worstelen om overeind te blijven in de zware regen en wind. Bij het verkeerslicht stoppen ze en nodigen ze de bijrijder uit om bij hen in te stappen. Zodra de vrouw in de auto zit, ziet ze op het dashboard de kleine mezoeza. “Zijn jullie Joden”, vraagt ze aan haar redders. Na de bevestiging zegt ze: “Alleen God kan dit doen; Joden sturen om mij te redden.” De dame blijkt de (niet Joodse) kokkin te zijn van de synagoge vlakbij hun winkeltje.

Uiteindelijk zorgt deze blijk van hulpvaardigheid ervoor dat de Joodse gemeenschap met andere ogen naar Eduardo en zijn vrouw kijken. En nadat ze ook de ‘Jezus-banner’ weghalen, komen de eerste orthodoxe Joden in de winkel om matses, kippa’s en andere judaïca te kopen. Behalve hun aankopen ontvangen velen van hen ook een Tenach.

Hoewel de Portugese vertaling nog steeds het meest wordt weggegeven, is er bij de Joodse gemeenschap een grote voorkeur voor de Engelse vertaling, omdat die volgens hen zuiverder is vertaald. Het Nieuwe Testament wordt helaas nog weinig geaccepteerd, maar de hoop is dat ze in de vele Messiaanse profetieën in de Tenach de Heere Jezus gaan zien.

Aan het einde van ons gesprek laat Eduardo met zijn goed gevulde longen nog even de sjofar klinken. Een vol geluid vult de zaal en vervuld gaan wij weer huiswaarts.

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten