Simson, van Gaza naar Hebron

Bijbelstudie-SAMSON.jpg Naar overzicht Print pagina

Een volk dat de weg kwijt is en een sterke vijand vormen het decor voor het optreden van Simson. Twintig jaar lang vervulde hij te midden van Israël zijn taak als richter. Zijn enorme kracht maakt zijn optreden extra bijzonder. In deze studie komen we Simson tegen bij Gaza, een van de Filistijnse bolwerken. Kracht en zwakte komen hier in een wonderlijke mix bij elkaar en tonen ons zowel het probleem als de oplossing voor Gods volk Israël.

Na de dood van Jozua werd het volk Israël gedurende ruim driehonderd jaar met tussenpozen geleid door richters ofwel rechters. Zij hadden de taak om het volk de rechte weg te wijzen ten opzichte van de HEERE en zij gaven in veel gevallen ook leiding aan de strijd die gevoerd moest worden tegen vijandelijke volken die het grondgebied waren binnengedrongen. 

Reden voor deze situatie was dat het volk ongehoorzaam was geworden aan de HEERE en de dienst aan Hem had ingeruild voor afgodendienst. In plaats van te leven als een afgezonderd volk voor de HEERE, had het volk zich vermengd met naburige volken en hun afgodendienst overgenomen. In Richteren 13:1 lezen we voor de zevende keer dat de Israëlieten ‘opnieuw deden wat kwaad was in de ogen van de HEERE’. 

Twee keer lezen we dat ‘eenieder deed wat recht was in eigen ogen’ (Richt. 17:6; 21:25). Bizarre voorbeelden van deze verwording vinden we bijvoorbeeld rondom het optreden van Abimelech (hoofdstuk 9) en in de geschiedenis van Micha en de stam van Dan (hoofdstuk 17-18). Op grond van het verbond pakte de HEERE Zijn volk stevig aan. Hij gebruikte hiervoor buurvolken, die het land onveilig maakten en plunderden. Als de nood daardoor hoog opliep, riepen de Israëlieten steeds tot de HEERE en gaf Hij hun een richter om orde op zaken te stellen. Was de situatie eenmaal genormaliseerd, dan herhaalde dit scenario zich. Daardoor laat de verhaallijn van het boek Richteren ons een zaagtandprofiel zien, waarin de hardnekkigheid van Israël en de trouw van de HEERE de dalen en pieken bepalen.

Door de inzet van de richters werden er problemen van tijdelijke aard opgelost, maar tot een structurele gedragsverandering bij het volk kwam het niet. Gedragsverandering begint immers bij hartsverandering en door ingrijpen van de HEERE. De zekerheid hiervan en de hoop hierop geldt niet alleen voor individuen (2 Kor. 5:17) ook voor Gods volk Israël als geheel (Jer. 31:33-34).

BIJZONDERE RICHTER

Simson is de twaalfde (aangewezen) richter die in het boek Richteren beschreven wordt (Richt. 13-16). Twintig jaar lang geeft hij leiding aan Israël (Richt. 15:20). Dat hij een bijzondere richter is geweest, blijkt alleen al uit het feit dat ook veel niet-christenen zijn naam kennen. Een aantal zaken zijn opvallend. 

Allereerst, Simsons enorme kracht. Door de kracht die hij van de HEERE ontving, doodde hij een leeuw, verbrak hij sterke touwen, versleepte hij de poorten van Gaza en duwde hij de pilaren van de tempel in Gaza omver. 

Simson was daarbij ook een nazireeër. Vanaf de moederschoot tot aan zijn dood was hij aan de HEERE gewijd (Richt. 13:5; 16:17). Als we hierbij de wetgeving rondom het nazireeërschap betrekken (Num. 6), valt op dat Simson hierin geen keus had en dat zijn nazireeërschap ook levenslang duurde. Een derde accent vinden we in zijn gedrag. Simson deed dingen rondom vrouwen die door de HEERE verboden waren en waardoor hij zich schuldig maakte aan dezelfde zonden als die van het volk waaraan hij leiding gaf. 

Ten slotte zijn ook de accenten ofwel proporties in de beschrijving van deze geschiedenis opvallend. Een kwart van alle verzen gaat over de tijd voor Simsons geboorte. Eén vers gaat er over de eerste twintig jaar van zijn leven. Wat betreft zijn optreden worden er alleen zaken beschreven die zich aan het begin of einde daarvan afspelen. Uitzonderlijk binnen het boek Richteren is de beschrijving van zijn dood.

SPANNEND SCENARIO

In de tijd van Simsons optreden heersen de Filistijnen veertig jaren over Israël (Richt. 13:1). De HEERE staat het hen toe om Zijn ‘puberende kind’ (Hos. 11:1) een lesje te leren. De vijand kan echter niet ongelimiteerd zijn gang gaan. Zoals vele volken waarover we lezen in de Bijbel ervaren ook zij dat het in hun nadeel is om Gods oogappel aan te raken (Zach. 2:8). Simson wordt door de HEERE ingeschakeld om een begin te maken met Israëls verlossing van de Filistijnen (Richt. 13:5).

Omdat wij het verloop van de geschiedenis van Simson kennen, kan het ons ontgaan dat de combinatie van deze vijand met deze richter een nogal spannend scenario vormt. 

De Filistijnen waren in militair opzicht een overweldigende tegenstander. Met hun sterke steden en hun dekking en aanvoermogelijkheden aan de zeezijde, hoefden ze zich van aanvallers weinig aan te trekken. Ze beschikten over ijzeren wapens en een uitstekende infrastructuur, waardoor ze diep konden doordringen in naburige gebieden. Daarbij kwam dat Simson tot de stam van Dan behoorde en niet tot stammen zoals Juda en Efraïm die een wat grotere leidersrol innamen tussen de stammen. Simsons geschiedenis start ook met een onvruchtbare moeder (Richt. 13:2). Menselijkerwijs gesproken zou hij niet geboren kunnen worden. Deze situatie was overigens ook een indicatie van wat er in het land aan de hand was (Deut. 7:1-15).

Een oppermachtige vijand, een richter uit een kleine stam en een onvruchtbare moeder… dat lijkt niet erg kansrijk. Toch zal het niet de eerste keer zijn dat de HEERE laat zien dat Hij door het onmogelijke heen Zijn werk verricht. Gods Woord laat ons op talloze plaatsen zien dat voor Hem niets te wonderlijk is (Gen. 18:14; Richt. 13:18). Zelfs leven geven vanuit de dood behoort tot Gods wapen­feiten. Jezus Christus, Israëls Messias, stond op uit de doden en ook Israël zal vanuit de geestelijke dood tot herleving komen (Ezech. 37; Rom. 11:15).

Ook in de geschiedenis van Simson zien we dat sterke vijanden kansloos zijn als de HEERE voor Zijn volk strijdt (Zach. 14:3). In hoofdstuk 14 en 15 lezen we hoe de HEERE hem in het grensgebied tussen Filistea en Israël in contact gaat brengen met de Filistijnen (Richt. 14:4). Daarop onstaat er een domino-effect tussen beide partijen, in het voordeel van Israël. Het lukt de Filistijnen niet om grip op hun tegenstander te krijgen en uiteindelijk lopen ze finaal in de val en geeft de HEERE het toenmalige Filistijnse machtsblok de nekslag (Richt. 16:30).

STAD VERSLAGEN

In Richteren 16:1-3 komen we Simson tegen in Gaza, een van de Filistijnse bolwerken. In Gaza woonden niet alleen Filistijnen van normale afmeting, maar ook reuzen uit de familie van de Enakieten (Joz. 11:22). Het imago van deze Enakieten was schrikaanjagend (Deut. 9:2). De inwoners van Gaza voelden zich ongetwijfeld veilig in hun stad, waarvan de naam ‘mijn sterkte, vesting’ betekent. De stad had sterke muren en een sterke poort. Deze poort stelde hen in staat om de situatie in en buiten de stad te beheersen.

Maar bij dit bezoek van Simson gaat alles anders. De Filistijnen besluiten dat dit de kans is om hem te vangen en te doden en willen daarmee wachten tot de morgen. Te middernacht gaat Simson echter op de poort af en rukt in het zicht van de wachtposten de deuren, de posten en de grendel (de balk die ervoor zat) los en vertrekt. Hij neemt alles mee en brengt het naar een bergtop tegenover Hebron … zo’n 60 kilometer verderop. Een ongekend schouwspel.

Er vallen deze keer door Simsons toedoen geen doden bij de Filistijnen, maar toch is dit een oorlogsactie. Met het verliezen van de poort en toebehoren is Gaza z’n kracht kwijt. Wat heb je immers aan sterke muren als je geen poort hebt. Niet voor niets wordt er ten aanzien van Israël gesproken over de zegen van grendels (Ps. 147:13). Door dit alles maakt Simson de Filistijnen nog banger dan ze al waren. Zelfs in je stad ben je niet veilig meer … psychologische oorlogvoering.

PREEK IN HOUT

Ongetwijfeld hebben de inwoners van Gaza hun poort hersteld. Voor ons blijft de vraag over waarom Simson de poorten met toebehoren tot vlakbij Hebron brengt.

Hebron was binnen Israël niet zomaar een plek. Het werd de uiteindelijke woonplaats van Abraham (Gen. 13:18; 14:13; 18:1; 23:2; 25:9). Hier bouwde deze aartsvader van Israël zijn altaar voor de HEERE en kocht hij het eerste stukje grond van het beloofde land. Hebron is onlosmakelijk verbonden met de verbondsbeloften van de HEERE aan Zijn volk. De naam Hebron is in dit verband veelzeggend: ‘verbond’ of ‘broederschap’. Als Abrahams nakomelingen Kanaän in bezit nemen, wordt Hebron de (vrij)stad waar de hogepriesters wonen (Joz. 21:13), de hoogste vertegenwoordigers van God. In Hebron woonden eertijds ook de voorvaders van de Enakieten (Joz. 14:15). Deze reuzen waren uitgeroeid door helden als Kaleb, die streden in de Naam van de HEERE. In Hebron waren demonische machten overwonnen.

Simson breekt de veiligheid van de inwoners van Gaza en daarmee van alle Filistijnen af en legt de restanten daarvan neer in het zicht van de plek waar hun machtige voorvaders het onderspit moesten delven. Dat hij dit op een bergtop doet, onderstreept het statement wat hij wil maken. Simson legt de bewijzen van Gods almacht neer op de plek waar zowel mensen als machten het kunnen zien en daaruit hun conclusies kunnen trekken: de HEERE is de sterkste en Hij strijdt aan de zijde van Israël! De combinatie tussen bergtoppen en de proclamatie van Gods werk komen we in Gods Woord vaker tegen. Een voorbeeld hiervan is de verheerlijking op de berg (Matt. 17), midden in het door demonen overheerste Galilea. Ook de nadruk op het woord ‘middernacht’ (tweemaal genoemd in 16:3) heeft hier alles mee te maken. De eerste twee keren dat we dit woord tegenkomen, betreft het de uittocht van het volk Israël uit Egypte (Exod. 11:4; 12:29). Daar moest de Farao van Egypte het afleggen tegen de God van Israël.

Het aanschouwelijk onderwijs van Simson heeft echter ook betekenis voor Israël. Hij legt de restanten van de macht van de Filistijnen neer op de plek waar de historie de gedachten levend hield aan de voorvaders, aan de beloften en daden van God, aan de tijd dat het nog goed ging … 

Simson confronteert met dit alles in het bijzonder de geestelijke top van het volk, de hogepriesters. Zij vertegenwoordigden het volk bij de HEERE en hadden de eindverantwoordelijkheid om het volk te richten en te onderwijzen in het dienen van Hem. De brokstukken van de poorten van Gaza waren een preek in hout, met een duidelijk appèl: keer terug naar de God van de belofte! Alleen gehoorzaamheid zal weer tot zegen leiden.

MENSELIJKE REDDER

Wat mooi wat Simson hier doet … We zouden bijna vergeten dat er ook nog wat voor staat. Simson bezoekt in Gaza een hoer, een vrouw die voor geld haar lichaam verkoopt aan mannen. Het staat er niet expliciet dat hij ook seksuele gemeenschap met haar heeft, maar dit ligt gezien het woordgebruik wel voor de hand. Wat Simson hier doet, is in meerdere opzichten niet goed. Het zich vermengen met ‘vreemde vrouwen’ ofwel met vrouwen van buiten het volk was door de HEERE verboden (Deut. 7:3). Daarbij komt ook nog de schade die zoiets bij mannen, maar ook niet te vergeten bij vrouwen die zichzelf prostitueren aanricht.

Deze en andere misstappen van Simson brengen ons bij de vraag óf en hoe Simson dan tegelijk ook een dienaar van de HEERE kon zijn. In Hebreeën 11:32-33 lezen we: “En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten.” Ook Simson zag door geloof uit naar de komst en volheid van Gods koninkrijk (Jes. 11:9) en vervulde een rol in de aanloop hier naartoe.

Laten we ervoor oppassen om mensen, al dan niet in Gods dienst, zomaar te beoordelen op wat we zien of wat we van ze weten. We zouden niet de eersten zijn die op dit punt verkeerde inschattingen maken. ‘De Heere ziet het hart aan …’ (1 Sam. 16:7). Blijkbaar leefde er in Simsons hart meer dan wij weten. 

Juist het gebeuren bij Gaza en Hebron laat ons zo mooi zien wat de taak van een richter was en wat er in het hart van Simson leefde. Het was zijn taak om het volk terug te brengen bij de HEERE en hen te wijzen op Zíjn realiteit. Dat deed hij hier overduidelijk. 

Niet mensen kunnen de diepte van het innerlijke leven van anderen peilen, maar alleen de Heere. Het is een wonderlijke waarheid dat God ménsen gebruikt bij de uitwerking van Zijn plan.

Betekent dit dat we zomaar raak kunnen leven? Uiteraard niet! Simson heeft in zijn leven veel ellende meegemaakt en veroorzaakt door zijn keuzes. Het heeft hem zijn ogen gekost. Hij heeft ook Gods volk niet kunnen terugbrengen bij het hart van de HEERE. Simson loste een aantal problemen op, maar heeft geen oplossing gebracht voor het diepste probleem.

ONTROUW VOLK

We doen deze geschiedenis tekort als we Simsons misstappen slechts beschouwen als zwarte bladzijden in zijn leven. Er spelen in deze geschiedenis meerdere factoren mee die Simsons doen en laten in een groter perspectief plaatsen. Simson is Gods instrument ten dienste van Israël. De HEERE gaat hem als richter inzetten om de Filistijnen aan te pakken en laat hem ook op een merkwaardige manier in contact komen met de Filistijnen. Simson kon ongetwijfeld keuzes maken ten aanzien van Gods geboden, maar tegelijkertijd ademt deze geschiedenis iets van ‘het moet zo gaan’. Het feit dat Simson ‘verplicht’ en levenslang een nazireeër was en dat hij door Gods Geest ook kon beschikken over enorme kracht, onderstreept deze gedachte.

Zoals we in Richteren 16:3 een signaalfunctie ontdekken, zo geldt dit ook voor de twee verzen daarvoor. Simsons gedrag bepaalt ons bij het volk waarover hij richter was. Heel het volk Israël was en is bestemd om de ‘vrouw van de HEERE’ te zijn (Jer. 3:14; 31:32). De HEERE zou voor Israël de enige moeten zijn, maar het volk gaf steeds haar hart weg in overspel. Israëls gedrag is een uitvergroting van het gedrag waaraan Simson zich schuldig maakte. Het volk verbond zich aan andere goden en pleegde hiermee trouwbreuk, hoererij (Deut. 31:16; Richt. 2:17; 8:33; Jes. 1:21; Ezech. 16:35; Dan. 9:7; Hos. 1:2). De uiteindelijke bekering van Israël staat geheel in het teken van het herstel van dit huwelijk (Hos. 2:18-23). De Messias, Israëls Verlosser, zal het volk volmaakte vrede schenken (Rom. 11:26; Hos. 6:2-3). Ondanks het falen zal de HEERE dit volk tot zegen stellen voor de wereld.

Een vergelijkbare parallel tussen Simsons gedrag en het gedrag van het volk als geheel vinden we ook al in Richteren 14:2. Simson wil trouwen met een ‘vreemde vrouw’ uit Timna. Daar zat ooit ook de Hebreeuwse vrouw Thamar als prostituee aan de weg en pleegde voorvader Juda overspel met haar (Gen. 38:13-14). In de drie eerste verzen van Richteren 16 vinden we dus door Simsons handelen heen in een notedop zowel het probleem van en de oplossing voor Israël geschetst.

VOLMAAKTE REDDER

Zoals er parallellen te trekken zijn tussen het gedrag van Simson en dat van het volk Israël, zo is dit ook het geval met betrekking tot de Messias van Israël. Denk bijvoorbeeld aan elementen uit de geboorte-aankondiging en het feit dat er verlossing van de vijanden werd bewerkt door de dood. Ook de betekenis van Simsons naam ‘schitterende zon’ verwijst naar de Messias, de ‘zon van de gerechtigheid’ (Mal. 4:2).

Rondom Simsons verblijf in Gaza en bij Hebron ontdekken we eveneens een prachtige parallel naar het werk van Christus en de betekenis hiervan voor zowel de tegenstander(s) als gelovigen. Het verslepen van de poortdeuren en toebehoren door Simson benadrukt compleetheid. Zo is ook het werk van Christus compleet (Kol. 1:20), voor Israël, voor een ieder die in Hem gelooft en ook voor de schepping als geheel. Simson maakte een begin met de verlossing van Israël, maar Christus zal dit werk compleet verrichten (Ps. 130:8; Luk. 1:69-72), zowel geestelijk als fysiek. Om de overwinning bij Hebron te proclameren, moest Simson door het Eskoldal - het dal van de druiven – heen. Denkend aan het proces van druif tot wijn, ontdekken we ook hierin een prachtige verwijzing naar het lijden van Christus.

Het verlossingswerk van Christus heeft een signaalfunctie voor vriend en vijand. Christus ontwapende door Zijn dood en opstanding de tegenstander (Kol. 2:15) en nam de plek in boven de machten (Ef. 1:20-22). Hij werd het Hoofd van Zijn gemeente en daarmee delen we als gelovigen in Zijn overwinning, juist ook in de realiteit van de geestelijke strijd waarin we staan. Evenzo zal Hij ook de Redder zijn van Israël en zal Zijn volk delen in Zijn volheid.

Satan past graag de taktiek van psychologisch oorlogvoering toe. Hij benadrukt graag de menselijke zwakheden en laat ons twijfelen aan het feit dat God alles in de hand heeft. Wie echter vertrouwt op Christus, is niet overgeleverd aan de machten van de duisternis. We mogen vertrouwen op de goede afloop van Gods plan. God blijft getrouw, ondanks menselijk falen. Dat is genade! 

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten