Terwijl wereldwijd miljoenen mensen zich weer opmaken voor Kerst, viert het Joodse volk het chanoekafeest. Maar wat is Chanoeka eigenlijk en waar komt het vandaan?
De Makkabese opstand
De oorsprong van het chanoekafeest vinden we in de tijd van de Makkabeeën. We schetsen kort de historische situatie: Na de dood van Alexander de Grote (323 v.Chr.) wordt het Griekse rijk verdeeld onder zijn vier generaals. Twee dynastieën die hier uit voorkomen, de Ptolemaeën, die over Egypte heersten, en de Seleuciden, die over Syrië, Mesopotamië en Perzië heersten, zijn in de daaropvolgende eeuwen steeds met elkaar in conflict. Israël, dat tussen deze twee rijken in ligt, wordt daarom steeds door één van hen gecontroleerd.
Na een militaire campagne in Egypte besluit de Seleucidische koning Antiochius Epiphanus de tempel in Jeruzalem te ontheiligen. Hij richt daar in 168 v.Chr. een altaar op voor de olympische god Zeus. Als Antiochius de Israëlieten vervolgens verplicht om ook offers te brengen aan deze afgod is voor de priester Mattathias de maat vol. Er volgt een periode van opstand waarin de zonen van Mattathias, onder leiding van Judas de Makkabeeër en een leger rebellen, er binnen enkele jaren in slagen om de Seleuciden te verjagen. Israël zou daarna meer dan een eeuw lang een onafhankelijk koninkrijk blijven.
Feest van de tempelwijding
In 165 v.Chr. wordt Jeruzalem heroverd op de Seleuciden, maar het is zeer ernstig gesteld met de tempel: “Daar zagen ze hoe verlaten het heiligdom er bij lag. Het altaar was ontwijd, de poorten waren verbrand en de voorhoven waren met onkruid overwoekerd, als in een bos of in de bergen. De vertrekken van de priesters waren vervallen” (1 Mak. 4:38).
Judas stelt vervolgens priesters aan om de tempel te reinigen: “Ze brachten het heiligdom en de ruimten in de tempel in de oude staat terug en heiligden de voorhoven. Ze maakten nieuw tempelgerei en zetten de lampenstandaard, het reukofferaltaar en de tafel van de toonbroden in de tempel. Ze brandden reukwerk op het altaar en staken de lampen aan, die voortaan weer in de tempel brandden. Ze legden toonbroden op de tafel en hingen de voorhangsels op. Daarmee was het werk dat ze ondernomen hadden voltooid” (1 Mak. 4:48-51).
Op de dag af drie jaar nadat Antiochius de tempel verontreinigde, wordt de tempel opnieuw ingewijd, en dat wordt acht dagen lang gevierd. Chanoeka is dus in de eerste plaats een jaarlijkse herinnering aan deze geschiedenis.
Het lichtenfeest
Bekend is het zogenaamde wonder van het oliekruikje. Met Chanoeka wordt namelijk herdacht dat de Israëlieten bij de reiniging van de tempel maar één kruikje gewijde olie konden vinden om de lampen van de gouden menora in de tempel te laten branden. De menora brandde echter op wonderbaarlijke wijze acht dagen lang.
Dit vinden we niet terug in het boek van de Makkabeeën, maar is een veel latere legende uit de Talmoed (tr. sjabbat 21b). Het is waarschijnlijker dat het feest acht dagen heeft geduurd omdat het Loofhuttenfeest dat jaar niet gevierd kon worden. Vast staat dat de Makkabeeën bepaalden dat Chanoeka jaarlijks gehouden zou worden vanaf de 25e van de maand Kislew (1 Mak. 4:59). Kislew valt altijd in november/december, vandaar dat het altijd ongeveer gelijktijdig met Kerst is.
De Joodse geschiedschrijver Josephus vertelt ons dat Chanoeka ook het lichtenfeest wordt genoemd, vanwege de ‘vrijheid die onze hoop te boven ging die onverwachts aan ons verscheen’ (Ant. XII. 325).
Wat veel mensen niet weten is dat Chanoeka ook in het Nieuwe Testament voorkomt. In Johannes 10:22-23 lezen we namelijk: “En het was het feest van de inwijding van de tempel in Jeruzalem, en het was winter. En Jezus liep rond in de tempel”. Het woord voor inwijding (egkaina) is waarschijnlijk de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord Chanoeka.
Een Joods alternatief voor Kerst
Chanoeka was lange tijd slechts één van de kleinere feesten in het Jodendom. Pas in de laatste twee eeuwen is het veel belangrijker geworden, vooral in de Verenigde Staten. Een liberale rabbijn uit de Amerikaanse stad Cincinnati, Max Lilienthal (1815-1882), zag namelijk hoe lokale christelijk kerken met Kerst allerlei kinderactiviteiten organiseerde om zo de waarden van het christendom te onderwijzen. Hierdoor geïnspireerd introduceerde hij chanoekavieringen voor kinderen in zijn synagoge. Er werden liederen gezongen, kaarsen aangestoken en snoepjes uitgedeeld. Om het feest verder te populariseren schreef een andere rabbijn, Isaac Mayer Wise (1819-190) in 1859 een spannende feuilleton over de Makkabeeën in de veelgelezen Joodse krant The Israelite. Chanoeka moest een Joods alternatief voor Kerst worden. Het werd een groot succes, want in de jaren die volgden werd het plotseling door veel meer synagogen in Amerika gevierd.
Een cultureel feest
Chanoeka is eigenlijk eerder een cultureel dan een religieus feest, en lang niet zo belangrijk als bijvoorbeeld Jom Kippoer of Rosj Hasjana. Er gelden maar weinig extra religieuze geboden. Wel zijn er de traditionele gebeden, gezangen en gerechten, en elke avond worden de kaarsen van een speciale menora, de chanoekia aangestoken. Dit is een kandelaar met negen armen, waar de negende arm (de sjamash) wordt gebruikt om elke avond één van de acht kaarsen aan te steken. Ook worden door kinderen spelletjes met een speciale tol gespeeld, de zogenaamde dreidel. Tegenwoordig is het traditie dat familieleden elkaar cadeaus geven. De commercialisering van Kerst in de twintigste eeuw heeft ook hier doorgewerkt. Hoewel Chanoeka bijna overal ter wereld wordt gevierd, is het nergens zo groot als in de Verenigde Staten en Israël.
In Israël hoeft Chanoeka uiteraard niet te concurreren met Kerst. De Makkabeeën worden eerder bewonderd omdat zij - net als de zionisten - streden voor politieke onafhankelijkheid in een wereld omringd met vijanden die op hun vernietiging uit waren.
Wat dat betreft is er helaas niet veel veranderd.
Deel dit artikel via