Het leven van Ezechiël

Bijbelstudie-Dit-geslacht-zal-geenszins-voorbijgaan.png Naar overzicht Print pagina

Onder de groep Judeeërs die met koning Jojachin gedeporteerd werden in 597 voor Chr. bevond zich een vijfentwintigjarige leviet. Hij was weggevoerd van zijn geliefde stad Jeruzalem en de tempel waar hij op de leeftijd van dertig jaar zou beginnen met zijn priestertaken. Wanneer hij die leeftijd bereikt, doet de Heere iets bijzonders. De leviet Ezechiël wordt niet aangesteld als priester, maar geroepen als profeet.

‘Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij’

Omdat Ezechiël zijn eigen leeftijd vermeldt bij zijn roeping en dit koppelt aan het vijfde ballingschapjaar van koning Jojachin (Ezech. 1:2), kunnen we uitrekenen dat hij geboren moet zijn rond 622 voor Chr. Het is dan de tijd van de hervormer koning Josia. Zodoende was Ezechiël waarschijnlijk bekend met het optreden van de profeet Jeremia en is hij getuige geweest van de politieke strubbelingen die Juda doormaakt onder het vervallen Assyrische rijk en de Egyptische en Babylonische machtstrijd. Ezechiël (wiens naam betekent ‘God maakt sterk/hard’ of ‘moge God sterk/hard maken’) is de zoon van de verder onbekende Buzi. We kunnen hem en zijn geslacht rekenen tot de Judeese priesterelite (2 Kon. 24:14-16). Wanneer hij door de Heere geroepen wordt, leeft hij waarschijnlijk al een paar jaar in ballingschap in Tel Abib te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar (Ezech. 1:1). Dit was een irrigatiekanaal van de Eufraat in de buurt van de Mesopotamische stad Nippur. De tempel in Jeruzalem is dan nog niet vernietigd en Zedekiah zit nog op de troon van Juda.  

Een wachter voor het huis Israël

Als lid van een priestergeslacht had Ezechiël weliswaar geen toegang meer tot de woonplaats van de Heere in de tempel te Jeruzalem. Toch had hij een hele bijzondere toegang tot Zijn aanwezigheid. Bij Kebar ontvangt Ezechiël voor het eerst een zeer bijzonder visioen en lezen we het meest uitgebreide roepingsverhaal van een profeet in de Bijbel (Ezech. 1:1-3:15). De omschrijvingen van de ontmoetingen met de gedaante van de heerlijkheid van de HEERE (Ezech. 1:28) zijn haast te wonderbaarlijk om te vatten in de taal van de profeet. Getroond op de cherubim spreekt de Heere Ezechiël toe en stuurt hem naar “dat weerspannige volk dat tegen mij in opstand is gekomen” (Ezech. 2:3). Zijn roeping als wachter is eveneens opmerkelijk (Ezech. 3:16-21). Wachters waren van vitaal belang in dorpen en steden. Als uitkijk stonden ze vaak op hooggelegen posten om te waarschuwen als er in de verte gevaar dreigde voor de gemeenschap. Gebeurde dat niet, dan waren de gevolgen vaak niet te overzien. Ook Ezechiël krijgt in zijn profetische bediening eenzelfde zware verantwoordelijkheid. Als de profeet waarschuwingen van de Heere niet doorgeeft aan de mensen, zal hij zelf ter verantwoording worden geroepen: “maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen”(Ezech. 3:18, 20). Hoewel Ezechiël in Babel actief is, moet hij, evenals Jeremia, de vernietiging van de tempel aankondigen (4:1-17; 25:1-4). In een bijzonder visioen wordt de profeet zelfs naar Jeruzalem gevoerd en ziet hij tot zijn grote ontzetting dat de heerlijkheid van de Heere de tempel verlaat (Ezech. 8-11). 

Een teken voor het volk

Het zijn niet alleen de bijzondere gezichten die het optreden van de profeet uniek maken. Ezechiël is toch ook de profeet die een aantal opmerkelijke daden als tekenen voor het volk moest uitvoeren. Zo moest hij de belegering van Jeruzalem in miniatuur naspelen (Ezech. 4), meer dan 400 dagen op zijn zij liggen om symbolisch de zonde van het volk te dragen (Ezech. 4:4-8), voedsel eten gekookt op uitwerpselen (Ezech. 4:9-15) en zijn haar scheren, verdelen, en verbranden als teken voor de verstrooiing van Israël (Ezech. 5:1-4). Soms heeft het teken iets komisch: Ezechiël moest eens zijn spullen pakken om in ballingschap te gaan, terwijl hij daar allang is (12:1-7). Vaak zijn de tekenen tragisch te noemen; zo mag de profeet niet rouwen om de dood van zijn vrouw, om uit te drukken dat de Heere ook niet zal rouwen om de vernietiging van Jeruzalem (Ezech. 24:15-27). Al deze symbolische daden drukken uit dat Ezechiël zelf een teken voor het volk is (Ezech. 24:24). 

Veel data, weinig gegevens

Tussen alle bedrijven van Ezechiël door, lezen we eigenlijk amper gegevens over zijn leven. Eigenlijk weten we alleen dat hij een huis had (Ezech. 3:24) en getrouwd was (Ezech. 24:18). Een opvallend verschijnsel echter is dat Ezechiël, in tegenstelling tot andere profeten, veel van zijn profetieën dateert waardoor er een vrij nauwkeurige chronologie kan worden gemaakt.1 Wanneer de profeet bijvoorbeeld rond de vijftig is, de leeftijd waarop hij normaliter zou ophouden met zijn priestertaken (zie Num. 4), krijgt hij een bijzondere reeks gezichten over een nieuwe tempel (Ezech. 40-48). Zeer bekend is natuurlijk ook het gezicht van de vallei van de dorre beenderen (Ezech. 37). Ook Ezechiël ziet toekomstige hoop voor het huis Israël als natie en een hereniging van Juda met het Tienstammenrijk. Het zijn de woorden van Ezechiël die David Ben-Gurion gebruikte bij het uitroepen van de huidige staat Israël in zijn radiotoespraak in de middag van 14 mei 1948. 

Chronologisch gezien staat Ezechiëls laatste profetie opgetekend in Ezechiël 29:17-21. Deze wordt gedateerd in 571 voor Chr., wat zijn totale profetische carrière tweeëntwintig jaar doet omvatten. We hebben geen gegevens over de profeet na deze tijd, noch over zijn overlijden. Wel verhaalt de traditie, waarvan we de eerste schriftelijke vermeldingen uit de tiende en elfde eeuw na Chr. hebben,2 dat het graf van Ezechiël in het stadje Al-Kifl, in centraal Irak ligt. Voor zowel het jodendom als de islam is deze plek al eeuwenlang een bedevaartsoord.

Voetnoten:
1. Ezech.1:1-2; 8:1; 20:1; 24:1; 26:1; 29:1; 29:17; 30:20; 31:1; 32:1; 32:17; 33:21; 40:1.
2. Deze plaats wordt vermeld in de brief van Rabbi Sherira Gaon, geschreven aan het einde van de tiende eeuw na Chr. en door de Joodse wereldreizigers Benjamin van Tudela en rabbi Pethachiah van Regensburg in de elfde eeuw na Chr. 

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten