De Joden in Ethiopië zijn jarenlang achtergesteld en vervolgd. Begin jaren tachtig is hun situatie zo schrijnend dat Israël in actie komt. In de film Red Sea Diving Resort is te zien hoe de Mossad en het Israëlische leger in een vernuftige bevrijdingsoperatie duizenden Ethiopische Joden vanuit het levensgevaarlijke Soedan naar Israël smokkelen. In Israël wonen duizenden zogeheten Falasja’s en Vered is één van hen. Haar getuigenis is opgenomen in het boek 10 Joden, 1 Messias.
Afrika is het continent waar ik geboren ben en Ethiopië het land waar mijn wieg heeft gestaan. Ik ben twee jaar oud als mijn familie naar Israël vertrekt. Ik ben dan nog zo jong, dat ik me helemaal niets meer kan herinneren van ons huis in Ethiopië. Inmiddels heb ik mijn geboorteland al een aantal keren bezocht.
Mijn jeugd
Ik ben opgegroeid met een Joodse vader en een niet-Joodse moeder. Was ik in Ethiopië nog Joods, eenmaal op Israëlische bodem werd dat door de rabbijnen in twijfel getrokken, omdat mijn moeder niet Joods was. Voor ons was dat heel verwarrend, want binnen het Ethiopische jodendom loopt de afstammingslijn altijd via de vader. Dit is één verschil, maar er zijn er nog veel meer. Daarom vereist het Israëlische Rabbinaat van alle Ethiopische nieuwkomers een zogeheten pro forma bekering tot het jodendom. Het woord zegt het eigenlijk al: een bekering voor de vorm, plus een verklaring van trouw aan de Halacha (de Joodse wet) conform het orthodoxe rabbijnse judaïsme. Voor veel Ethiopische immigranten was (en is) dit een zeer gevoelige kwestie.
Hoewel mijn moeder dus niet Joods is, voelt zij zich wel erg verbonden met het jodendom en de talloze gewoonten en tradities. Ze geniet van alle Joodse feesten en hoogtijdagen. Voor mijn vader ligt dat heel anders. Hij worstelt er juist enorm mee om maar op één manier te geloven. De afgelopen jaren heeft hij dan ook allerlei geloven aangehangen en verschillende religies gevolgd. Ik kan me nog heel goed herinneren hoe hij op een dag binnenkwam in een traditioneel moslimgewaad. Aan mijn vaders worsteling met het judaïsme, met het geloven in één God is tot vandaag geen einde gekomen. Het hebben van zo’n besluiteloze vader, en twee ouders die zo verdeeld zijn in hun geloof, heeft grote invloed gehad op mij en voor veel onzekerheid gezorgd.
Een zoekende tiener
Net als veel andere jongeren ga ik in mijn tienerjaren op zoek naar mezelf. Wie of wat ben ik nu eigenlijk? Een Jood, een Ethiopiër, een Israëliër of een mix van alle drie? Waar hoor ik thuis en welke mensen passen bij mij? Juist door die zoektocht beland ik bij een verkeerde groep mensen. Hierdoor kom ik op mijn zestiende voor het eerst en op een zeer ingrijpende manier in aanraking met drugs. Ik geef liever geen details, omdat die nog steeds te pijnlijk zijn voor mij. Eén ding wil ik er wel over kwijt: de impact van deze ervaring was zo groot dat ik bijna een maand lang nauwelijks normaal heb kunnen functioneren.
Naar Jeruzalem
Op een dag zegt iets in me (of mag ik nu zeggen: Iemand) dat ik mijn zus in Jeruzalem moet bezoeken. Waarom ook niet, dacht ik, even een andere omgeving is wellicht een welkome afleiding.
Mijn zus kent Jesjoea al heel lang, en als ik bij haar ben, staat ze erop om elke dag samen een stukje uit de Bijbel te lezen. Ik durf geen ‘nee’ te zeggen, maar om elke dag bij haar te zitten en de Bijbel te lezen, is een ware kwelling voor me. Wat moet ik immers met God en Zijn Bijbel? Voor mij voelt het als een zinloze bezigheid. Toch merk ik wel dat, iedere keer als mijn zus onze sessie afsluit met gebed, er een vreemde en onverklaarbare rust over me komt. Al mijn chaotische en gekke gedachten zijn dan even weg.
Als het bijna tijd is om weer naar huis te gaan, leest mijn zus uit Spreuken 3 vers 7 en 8: “Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade. Het zal een medicijn zijn voor je navel en verfrissing voor je beenderen.”
Samen met God sterker
Dat is precies wat ik nodig heb, denk ik, een medicijn en genezing! Zowel van binnen als van buiten. Maar hoe gaat dat dan; hoe moet ik zoiets voor elkaar krijgen? “Jij hoeft helemaal niets te doen”, zegt mijn zus, “Hij zal het doen.” Waarna ze vervolgens vraagt of ik misschien de Heere Jezus wil vragen om genezing. Of ik Hem de controle over mijn (beschadigde) leven wil geven. Dat zie ik wel zitten, want zoals het nu gaat, kan het ook niet doorgaan. Wat heb ik trouwens te verliezen? En zo gebeurt het dat ik als zestienjarige, in het huis van mijn grote zus, de hulp van de Heere Jezus vraag om mijn leven weer op de rit te krijgen.
Wat er daarna gebeurt, is verbazingwekkend. Dagelijks merk ik veranderingen: in mijn denken, in mijn omgang met anderen en in mijn handel en wandel. Ik word zowel fysiek als geestelijk steeds sterker. Samen met God lijk ik ineens zoveel meer aan te kunnen. Het voelt echt zoals in Prediker 4, vers 12 staat: samen ben je sterker. Zoals een touw, gemaakt is uit drie losse touwen. Dat trek je niet zomaar kapot.
En het proces van sterker worden zet zich door. Bijbellezen wordt mijn favoriete bezigheid in plaats van een dagelijkse marteling. Een leven zonder de Heere Jezus is voor mij ondenkbaar. Hij is mijn Alles, mijn Raadgever en Helper. Voor mijn ouders is mijn overstap naar Jesjoea ook geen probleem. Mijn zus heeft immers na haar bekering voor mij al ‘de kolen uit het vuur gehaald’.
Mijn geloof in de Heere Jezus groeit uit naar een zeker weten. Omdat ik vind dat iedereen ook mag weten dat ik bij Jesjoea hoor, besluit ik om me te laten dopen. Voor mij persoonlijk een prachtig en bevrijdend moment.
Omkeer
Nu ik mijn leven helemaal aan Jezus heb overgegeven, kan ik niet meer stoppen om over Hem te spreken. Ze zeggen vaak: waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Dat klopt als een bus en mijn verlangen om het Evangelie te delen, is niet te stuiten. Waar ik maar kan, vertel ik hoe de Messias mijn leven heeft veranderd. “Ja, Ik zal uw herstel bevorderen, u van uw wonden genezen, spreekt de HEERE” (Jer. 30:17). Dat heeft God bij mij al gedaan, en de Bijbel is er heel duidelijk over: dat gaat Hij bij Israël ook nog doen.
Uit: ‘10 Joden, 1 Messias’; Looman, Jacqueline (2021); (met toestemming van Uitgeverij Gideon). Bestel het boek.
Deel dit artikel via