In 2023 viert Israël haar 75-jarig bestaan. Een terugblik op ‘Herzls droom’ en de weerbarstigheid van de realiteit.
Dֹoor de eeuwen heen is het Joodse volk zwaar vervolgd. Eind 19e eeuw hoopten de Joden, door de Verlichting en de invoering van gelijke burgerrechten, op een volwaardige integratie. Maar die hoop was snel vervlogen. De Joodse journalist Theodor Herzl (1860-1904) maakte in Frankrijk de zogeheten Dreyfus-aaire mee. Alfred Dreyfus was een Joods-Franse ocier die in Frankijk valselijk werd beschuldigd van spionage voor Duitsland. Dit leidde in Frankrijk tot een explosie aan antisemitisme. Herzl, die dit van dichtbij meemaakte, was overtuigd dat alle pogingen tot emanci- patie, modernisering en assimilatie van het Joodse volk waren mislukt en schreef toen het boek Der Judenstaat. Alleen een Joodse staat was volgens hem het antwoord op het steeds weer terugkerende antisemitisme. Herzl dacht daarbij in eerste instantie niet eens aan het toenmalige Palestina. Veiligheid, vrijheid en vrede, daar ging het hem om. Oeganda, Madagaskar en Argentinië waren voor hem dan ook serieuze opties om een Nationaal Tehuis voor zijn volksgenoten te stichten.
Balfour-verklaring
Tijdens de Eerste Wereldoorlog groeit in Engeland de steun voor de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in Palestina. En niet alleen uit idealisme; een pro-Brits bastion in Palestina zal volgens premier David Lloyd- George en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Arthur James Balfour, het Britse imperium ten goede komen. Op 2 november 1917 wordt door hen de zogenaamde ‘Balfour-verklaring’ afgegeven, een brief aan Lord Rothschild van de Zionistische Federatie. Het is een intentieverklaring van de Engelsen om zich in te spannen voor een Joods Nationaal Tehuis in Palestina.
Het Witboek
Als na de Eerste Wereldoorlog de weerstand vanuit de Arabische wereld tegen de Joodse immigratie toeneemt, stelt de Engelse minister voor de Koloniën, Winston Churchill, in 1922 een Witboek op, waarin het beleid ten aanzien van Palestina wordt uiteengezet. Dit wordt in 1939 gevolgd door nog een Witboek waarin staat dat:
- Palestina binnen tien jaar een onafhankelijke, gemengde Arabisch-Joodse eenheidsstaat moet worden;
- de Joodse immigratie de komende vijf jaar moet worden beperkt tot 75.000;
- dat daarna immigratie slechts mogelijk is na toestemming van de Arabische gemeenschap.
Er is grote teleurstelling bij de zionistische leiders. Juist nu het Europese huis voor Joden door de nazi’s in brand wordt gestoken, sluit Palestina de deur voor Joodse vluchtelingen. De realisatie van Herzls droom komt sowieso voor 6 miljoen Joden te laat!
Oprichting van de staat
In mei 1947 adviseert de United Nations Special Commit- tee on Palestine (UNSCOP) het land te verdelen in een Joodse en een Arabische staat, met een internationale status voor Jeruzalem en Bethlehem. De zionisten aanvaarden het plan, de Arabische Liga niet. Ze weigert een Joodse staat te erkennen. Ook voor veel religieuze Joden is - op grond van de Thora - een tweestatenoplossing onaanvaardbaar.
Toch komt, precies vijftig jaar na het Eerste Zionistische Congres in Basel, de droom van de inmiddels overleden Theodor Herzl uit. Op 14 mei 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen door Israëls eerste premier David Ben-Goerion.
Strijd
Egypte, Syrië, Irak en Libanon reageren ogenblikkelijk met militair geweld. Uiteindelijk wordt na een staakt-het-vuren in januari 1949 Jeruzalem verdeeld tussen Israël en Jordanië. Na de Suez-crisis (1956) volgt de Zesdaagse Oorlog (1967). Slechts zes dagen heeft het Israëlische leger nodig om Egypte, Jordanië en Syrië te verslaan én om bezit te nemen van Oost-Jeruzalem mét de Tempelberg, de Gazastrook, de Westoever, de Sinaï-woestijn en de Golanhoogten.
Religieuze zionisten zien dit als een cruciaal moment. Bijbelse landsgrenzen worden in hun ogen langzaam hersteld en Jeruzalem komt onder Joods bestuur. Volgens velen moet dit uitmonden in de komst van de Messias en het Messiaanse tijdperk. Een euforie, die in 1973 wordt getemperd tijdens de Jom Kippoeroorlog. Bijna 3.000 Israëli’s komen om en duizenden raken gewond. Opnieuw lijkt Herzls droom van rust en vrede verder weg dan ooit.
Toch blijft de messiaanse droom bij veel religieuze Joden voortleven. Onder de naam Gush Emunim (Blok van de Getrouwen) ontstaat een beweging die meent met het bouwen van nederzettingen in de veroverde gebieden de nationale verlossing te bespoedigen. De meningen hierover zijn, ook in de Joodse wereld, nog steeds verdeeld.
Pogingen tot vrede
Door de jaren heen zijn er tussen Israël en de Arabieren diverse vredesbesprekingen geweest. Zo ondertekenen Egypte en Israël in 1978 de akkoorden van Camp David. Daarmee erkent Egypte het bestaansrecht van Israël. In ruil daarvoor krijgen zij de Sinaï-woestijn.
Een nog grotere stap wordt gezet in 1988, als de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) instemt met ‘de Declaratie van Principes over de Reglementen van Interim-Zelfbestuur’, dat de weg moet banen naar zelfbestuur voor de Palestijnen.
Hoe veelbelovend het ook lijkt, niet veel later zegt Arafat erover: “Deze overeenkomst beschouw ik als die tussen onze profeet Mohammed en de Kuraisj.” Dat was een tijdelijk bestand, dat Mohammed in 630 met dood en verderf verbrak.1
Naast de grote geestelijke strijd vormt dit misschien wel het kernprobleem van alle zogenaamde vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten. Binnen de islam is een overeenkomst geldig zolang deze zijn religieuze gedachte- goed dient. Verder reikt de houdbaarheidsdatum niet. Israël heeft nu vredesverdragen met Egypte en Jordanië, en intussen ook diplomatieke betrekkingen met Bahrein, Marokko, Soedan en de Verenigde Arabische Emiraten. Er zijn zelfs voorzichtige contacten met Saoedi-Arabië. De grote vraag is wel: Wat doen de islamitische partners van Israël als er keuzes gemaakt moeten worden?
Valse vrede
Herzls droom om via een Joodse staat de dreiging van antisemitisme een halt toe te roepen, is tot op vandaag bij een droom gebleven. In Israël, maar zeker ook in de diaspora waar Joodse mensen worden afgerekend op het Israëlisch-Palestijnse conflict, zien velen de toekomst met zorg tegemoet.
Als werkers van stichting Israël en de Bijbel bezoeken we wereldwijd veel Joodse gemeenschappen. We delen dan in hun verdriet over het toenemende antisemitisme, maar tegelijk troosten we hen met de zekerheid van Gods Woord.
Herzls droom zal eens echt werkelijkheid worden. Niet langs de menselijke route naar vrede, maar door de ware Joodse Vredevorst. Het Joodse volk, zo leert de Bijbel, zal in zijn benauwdheid de Naam van de Heere aanroepen (Jer. 30:7-10; Zach. 13:9-14:21; Matt. 23:37-39).
Dán komt de Vredevorst terug om de Bijbelse landsgrenzen te herstellen en zal Herzls droom van rustig en veilig wonen eindelijk werkelijkheid worden.
1. Israël tussen hoop en vrees, p.87. Salomon Bouman, Amsterdam University Press
Deel dit artikel via