Verstrooid onder de volken deel 3: De Askenazische Joden

Ashkenazi SIEB Leopold_Pilichowski_Sukkot.jpg Naar overzicht Print pagina

Askenazische Joden maken vandaag de dag het overgrote deel van het Joodse volk uit en je vindt ze dan ook overal. Als je in Nederland Joden ontmoet, zijn ze bijna altijd van Askenazische afstamming, met uitzondering van de kleine Sefardische groep.

Oorspronkelijk werden met de term Askenazisch die Joden aangeduid, die in de vroege middeleeuwen in een klein gebied langs de Rijn in Duitsland en in Noord-Frankrijk leefden. In die tijd waren de belangrijkste Joodse gemeenschappen die van Speyer, Worms en Mainz (naar hun Hebreeuwse beginletters de SJUM-gemeenten genoemd), maar ook in Keulen, Straatsburg en Trier woonden veel Joden. In het noorden van Frankrijk tot aan Parijs toe vond je ook Joodse gemeenschappen, zoals Troyes. Hier woonde en werkte de bekende Joodse bijbeluitlegger Rasji (1040-1105) en schreef er zijn Hebreeuwse commentaren op de Bijbel en de Babylonische Talmoed. In zijn bijbelcommentaar gebruikt hij regelmatig woorden uit de taal van Askenaz (d.w.z. Duitsland) om zo moeilijke Hebreeuwse woorden te verklaren.

In de loop van de tijd werd het Askenazische jodendom synoniem aan een bepaalde cultuur. Men hield er eigen godsdienstige gebruiken, taal en gewoonten op na die afweken van de Sefardische Joden en andere Joodse groepen. In de veertiende eeuw liet rabbijn Asher ben Jehiel, bekend van zijn commentaren op de Babylonische Talmoed, en geboren in Keulen, zich negatief uit over de Sefardische Joden. Hij woonde toen in Toledo in Spanje, maar weigerde te eten volgens de Sefardische koosjere wetten. Hij wilde eten en leven volgens de tradities van zijn Askenazische voorouders. Immers, zij hadden de Thora en haar uitleg rechtstreeks ontvangen van hun voorgeslacht vanaf de tijd van de verwoesting van de Tempel. Daarom zijn, volgens hem, de Joodse tradities in Frankrijk en Duitsland superieur aan die van de Spaanse Joden! Dit superioriteitsgevoel komen we ook vandaag de dag nog wel tegen.

Askenaz en Duitsland

Het woord Askenazisch is afgeleid van Askenaz, dat we voor het eerst tegenkomen in het Oude Testament. In Genesis 10:3 en in 1 Kronieken 1:6 is Askenaz de oudste zoon van Gomer en de kleinzoon van Jafet. Maar in Jeremia 51:27 is het de naam van een volk of staat, die mogelijk bij Armenië lag. Sommigen denken dat het om de Scythen gaat, een volk dat ten noorden van de Zwarte Zee heeft gewoond.

Waarom de Joden juist Duitsland Askenaz zijn gaan noemen, is niet bekend. Volgens een theorie is het omdat Askenaz, wat klank betreft, lijkt op het woord Saksen, een benaming voor ‘Duitse’ stammen die in de vroege middeleeuwen in Duitsland en het noorden van Frankrijk leefden.

Van het Rijnland

We weten vanuit historische bronnen dat deze Joden vanaf de zesde tot de tiende eeuw in het stroomgebied van de Rijn leefden. Ze spraken er Duits en Frans. Maar vanaf de tiende eeuw begonnen ze zich te vestigen in andere delen van Duitsland, en trokken zij verder naar Tsjechië (Praag) en naar Noord-Italië.

Veel hedendaagse Joodse achternamen gaan terug op plaatsen in het Duitse Rijnland en in andere Duitssprekende gebieden. Achternamen zoals Spijer of Spier, Wurms, Berlin, van Kleef, van Praag, Rosenthal, Bachrach, Bernstein, Epstein en Ginzburg laten zien dat hun voorouders oorspronkelijk uit deze gelijknamige steden of dorpen kwamen. Duitse achternamen komen überhaupt heel veel voor onder de Askenazische groep, zoals Weiss, Blau, Klein of Schwartz. Populair waren ook namen van beroepen, zoals Schneider (kleermaker), Becker (bakker), Metzger (slager), Richter (rabbinaal rechter) of Schreiner (kastenmaker) en namen van bomen zoals Teitelbaum (dadelpalm) en Tannenbaum (dennenboom). Eveneens populair zijn namen als Blum en het daaraan gerelateerde Blumenfeld (waarvan Bloomfield de Engelse variant is).

Vervolgingen

De kruistochten vanaf de twaalfde eeuw gingen gepaard met massale vervolgingen. Ruim tweehonderd Joodse gemeenten werden in deze tijd volledig verwoest en uitgeroeid. Hiertoe behoorden die van Keulen met 6000 zielen, Worms, Mainz, Speyer, Straatsburg, Frankfurt am Main en Neurenberg. De Joden die de slachtpartijen overleefden, vluchtten vooral naar Polen en andere Oost-Europese landen. Daar vermengden ze zich met de al aanwezige Joden. Maar ze bleven wel hun eigen taal, het Duits dat zich tot het Jiddisch ontwikkelde, spreken en vormden een eigen unieke cultuur.

Polen groeide in de zestiende eeuw uit tot één van de grootste Joodse gemeenschappen van Europa. Door hun godsdienst, aparte leefwijze, cultuur en taal werd de kloof met de niet-Joodse bevolking alleen maar groter. Door de zware pogroms vluchtten vele Joden later weer terug naar West-Europa.

Aan het eind van de negentiende eeuw braken opnieuw op grote schaal pogroms uit, vooral in Roemenië en Rusland. Dit leidde tot een massale emigratie naar onder meer Amerika (van 1881 tot 1929 emigreerden 2,3 miljoen Askenazische Joden hiernaartoe), Canada, Zuid-Amerika (Argentinië, Brazilië en Mexico) en Zuid-Afrika. Ook vestigden veel Askenazische Joden zich in Groot-Brittannië, Frankrijk en later ook in Israël.

Askenazische godsdienst

Het citaat van Asher ben Jehiel over de superioriteit van de Askenazisch Joodse godsdienst gaat vandaag de dag nog op. Ultraorthodoxe Joden, zoals Chassidiem en Mitnagdiem, zijn nagenoeg allemaal van Askenazische oorsprong. Zij spreken alleen Jiddisch, dragen dezelfde kleding en eten hetzelfde voedsel als hun voorouders in Oost-Europa. De studie van de Babylonische Talmoed staat centraal, meer dan dat van de Tenach.

Daarin verschillen ze van de Sefardische Joden. Die waren meer gericht op het schrijven van bijbelcommentaren. Opmerkelijk is dat Sefardische schrijvers relatief weinig commentaren schreven op de Talmoed, maar wel weer samenvattingen van de Talmoed samenstelden.

Askenazische cultuur

Het is verbazingwekkend dat een kleine groep Duitse Joden uiteindelijk de meerderheid ging uitmaken. Dat kwam vooral doordat, na hun vestiging ergens, de al aanwezige Joden hun taal (Jiddisch), onderwijsmethoden en cultuur overnamen. Dat zien we zelfs nu nog. Niet alle Askenazische Joden zijn orthodox of ultraorthodox. Integendeel, velen zijn liberaal of zelfs agnost. Met name in de Verenigde Staten, West-Europa en Israël is de meerderheid van hen niet orthodox. Maar dat wil niet zeggen dat ze los staan van hun achtergrond.

Uit onderzoeken blijkt dat de meerderheid van de niet-religieuze Joden in Amerika hun Joodse identiteit vinden in bijvoorbeeld Joodse muziek (klezmer, dat typisch Askenazisch is), Joodse literatuur (van schrijvers met een Askenazische achtergrond), het eten van kippensoep (ook onder Nederlandse Joden zeer populair) en andere Oost-Europese lekkernijen op vrijdagavond en de Joodse humor (Jiddische witzen). Daardoor blijft deze groep, ook al zijn ze niet religieus, toch duidelijk herkenbaar.

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten