“In Romeinen 10 en 11 staat dat christenen de Joden door hun getuigenis tot jaloersheid zullen verwekken. Maar dan moeten ze wel hun verantwoordelijkheid nemen en van Hem getuigen. Zoals ook ooit mijn vriend Mark heeft gedaan.”
Dit zijn de woorden van Joseph Steinberg, directeur van de Britse organisatie International Mission to Jewish People (IMJP) met werkers over de hele wereld. IMJP wordt in Nederland vertegenwoordigd door Asaf Pelled en sinds kort ook door Wim Rechterschot.
Werkers van Israël en de Bijbel en IMJP gaan regelmatig samen op pad en dat geeft een prachtig beeld van de eenheid in Christus. Jood en heiden getuigen samen van Jezus de Messias.
Joseph is getrouwd met Naomi, die ook een Joodse gelovige in Jezus is, en hij heeft drie kinderen. Zijn overgrootouders zijn eind 1800 gevlucht naar de Verenigde Staten vanuit Rusland, ooit de thuishaven van de grootste Joodse gemeenschap ter wereld. Joseph groeit op in Richmond, Virginia, een gebied met zo’n tienduizend Joodse inwoners en drie synagogen. “We waren helemaal niet religieus”, aldus Joseph, “maar gingen wel op hoogtijdagen, zoals Jom Kippoer, naar de synagoge en vierden de Joodse feesten. Mijn familie was nergens heel uitgesproken over. Behalve over één ding: Van Jesjoea moesten ze niets hebben.”
Al heel jong leert Joseph ‘de christelijke Jezus’ te verachten, omdat zijn volk ‘in die naam’ al tweeduizend jaar wordt vervolgd, gediscrimineerd en zelfs gedood.
Getuigen
Als Joseph 13 jaar is, ontmoet hij Mark, een 15-jarige christen. Daarover vertelt hij: “Mijn vader is aan het werk in onze voortuin als Mark probeert met hem het evangelie te delen. Verontwaardigd en boos jaagt mijn vader hem min of meer de tuin uit. Hoe durft hij! Jezus en de Joden hebben helemaal niets met elkaar gemeen!”
De moedige Mark laat zich niet afschrikken en komt een week later weer terug met wat evangelisatielectuur. Dit keer treft hij Josephs moeder bij de voordeur. Wederom wacht hem geen warm welkom, want ook zij stuurt hem resoluut weg.
In een zomervakantie stemt de verveelde tiener Joseph toe om met Mark een potje te basketballen. Joseph: “Na ongeveer drie minuten vertelt Mark dat hij twee jaar eerder naar deze stad is verhuisd. Zijn ouders zijn dan net gescheiden en hij is erg ongelukkig in die tijd. Maar dat verandert radicaal als hij een jaar later door het getuigenis van een televisie-evangelist tot geloof komt. En sinds die tijd kan hij eenvoudig niet anders dan aan iedereen vertellen hoe Jezus zijn leven heeft veranderd.” Dus ook aan Joseph. Mark daagt hem uit om de Bijbel te gaan lezen, om zelf te ontdekken wat God van hem als Joodse jongen verwacht. “Mark deed exact wat Paulus schrijft: zijn getuigenis delen en mij uitdagen om ook in Jezus te geloven. Het maakte hem niet uit hoe ik reageerde, boos, wantrouwend of angstig, hij ging door.”
Een jaar lang lezen ze samen uit de Tenach (het Oude Testament) van zijn vader. Voor Joseph is het best vreemd dat hij als Jood zo weinig weet van dit Joodse Boek. Hij heeft dan ook talloze vragen, ook aan zijn ouders. Maar hun antwoorden zijn veelal vaag en heel vrijblijvend. “Ik bleef maar lezen”, vertelt Joseph, “en kon er gewoon niet van loskomen. De Bijbel veranderde langzaamaan mijn hart.”
Maar Mark heeft nog iets wat Joseph niet kent. Hij ziet hoe zijn vriend een liefdevolle relatie heeft met zijn God, en “ik word jaloers op zijn geloof en vertrouwen in Jezus. Maar tegelijkertijd is er ook dat stemmetje: je kunt niet Joods zijn en in Jezus geloven.” Dan stuit Joseph op Jeremia 31:31-34 waar de profeet zegt dat God een nieuw verbond zal sluiten met het Joodse volk en hen een nieuwe geest en een nieuw hart zal geven. Het zijn deze verzen die Joseph ertoe aanzetten om meer over Jezus te willen weten, waarna hij het Nieuwe Testament afstoft dat hij ooit op school heeft gekregen. In drie middagen verslindt hij het hele Mattheüsevangelie.
De omslag
“Ik stond versteld van Jezus. Zo herinnerde ik me dat in het boek Leviticus staat dat een melaatse onrein is en geïsoleerd moet leven om niemand te besmetten. Maar Jesjoea raakte de melaatse aan en in plaats van dat hij onrein werd, werd de melaatse genezen!”
De manier waarop Jezus wonderen verrichtte, veranderde de manier waarop Joseph Hem zag: “Altijd had ik Hem als zwak gezien, maar de woorden in de Evangeliën toonden juist Zijn kracht.” Het echte keerpunt voor Joseph kwam toen hij ook Zijn dood anders ging zien, want “Jezus was niet gedood, maar Hij had bewust Zijn leven gegeven. In de eerste plaats voor mijn volk, maar uiteindelijk tot redding van iedereen. Ook zag ik hoe Jezus’ leven overeenkwam met de profetieën in mijn Hebreeuwse Bijbel. Deze Joodse Man leek ze te vervullen, en ja, Hem wilde ik volgen!”
Blij en bang
Joseph is veertien jaar als hij Jesjoea aanneemt als zijn Messias, en “mijn afkeer van Hem veranderde in oprechte liefde.”
Er is blijdschap, maar ook angst bij Joseph, want hij weet dat zijn familie er kapot van zal zijn als hij een volgeling van Jesjoea wordt. Zes lange maanden volgen, waarin Joseph doodsbang is om het aan zijn ouders te vertellen. Nadat een eerste poging mislukt, brengt Joseph het nieuws tijdens een familie-uitje op vrijdagavond in een pizzeria.
“We raakten verzeild in een gesprek over religie, iets wat bij ons niet vaak voorkwam. Er werd gesproken over de Messias, over ‘die Jezus van de christenen’ en hun ‘antisemitische geloof’. ‘Als je iemand een christen noemt omdat hij Jezus ziet als de Joodse Messias, dan ben ik ook een christen’, zei ik vanuit het niets.”
Het gesprek valt stil. Iedereen kijkt geschokt naar Joseph: “Natuurlijk was de manier waarop ik het zo plompverloren zei, verkeerd en heel onhandig. Maar ik kon Jesjoea gewoon niet verloochenen.” Met een gepijnigde blik op Joseph staat zijn vader op en verlaat in tranen het restaurant. Na Josephs bekentenis verbreekt zijn vader het contact en spreekt zes jaar lang niet met zijn zoon. De relatie is zo verstoord dat de 17-jarige Joseph uiteindelijk intrekt bij een christelijk gezin. Na jaren herstelt de familieband weer enigszins, maar tot aan hun overlijden blijven Josephs ouders grote moeite houden met de bekering van hun zoon.
Bediening
Niet lang na zijn bekering sluit Joseph zich aan bij een muziekgroep van Jews for Jesus, de Liberated Wailing Wall: “Over de hele wereld traden we op tijdens evangelisatieconcerten. Het was het begin van mijn bediening.” Na een opleiding aan het Moody Bible Institute in Chicago werkt Joseph drie jaar bij Christian Witness to Israel, de voorloper van IMJP. En na zijn theologie-studie dient hij ook nog een paar jaar als predikant in een gemeente in Londen. Van 2000 tot 2005 is hij directeur van de Engelse tak van Jews for Jesus en van 2005 tot 2014 van de Church Mission Society. En sinds 2014 is Joseph dus directeur van IMJP.
De Messias verkondigen
“Mijn verlangen is hetzelfde als dat van Paulus in Romeinen 10: ‘Mijn hartenwens en gebed tot God voor Israël is dat zij behouden worden.’ Vandaag zijn er veel christenen die menen dat Joodse mensen een eigen weg hebben tot God. Maar zegt de Heere Jezus Zelf niet dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is, en dat niemand tot de Vader komt dan door Mij?’ Hij sprak deze woorden tot Joodse mensen in het land Israël. Ook zij hebben het reddende evangelie nodig! Want het jodendom redt niet, de Joodse Messias wel!”
En dan vervolgt Joseph: “Dus getuig van Jesjoea, want hoe kan mijn volk ‘horen zonder dat iemand tot hen predikt?’ God roept ook niet-joodse gelovigen op om zich daarvoor te laten gebruiken. Maak mijn volk jaloers!” Op de vraag waarom er in de kerk zo weinig aandacht is voor de evangelieverkondiging aan Israël, antwoordt Joseph: “Schuldgevoelens door onder meer de Holocaust spelen daarbij een rol. Ik hoor met enige regelmaat: Het Joodse volk heeft toch genoeg geleden, laten wij hen maar niet gaan vertellen wat ze moeten geloven. Maar nogmaals, er is voor Joden geen zijweggetje tot God.” En voor diegenen die menen dat het niet wenselijk of gepast is om te evangeliseren onder Joden, omdat het schadelijk zou kunnen zijn, heeft Joseph ook een boodschap: “Bedenk eens Wie je voor hen verborgen houdt! Mijn oproep aan alle gelovigen is dan ook: focus op wat je voor mijn volk kan, mag en moet doen: Jezus Christus, de Joodse Messias verkondigen.”
Deel dit artikel via