Uit liefde voor mijn volk
Aaron komt uit een Oekraïens gezin waar het Joods-zijn heel belangrijk is. Ondanks de vele vervolgingen hebben ze thuis altijd geprobeerd om de wetten van de Thora na te leven. Zijn familie heeft altijd deel uitgemaakt van een orthodox Joodse gemeenschap, ook al geloven ze al generaties lang in de Heere Jezus als hun Messias.
Het diepgewortelde antisemitisme in de voormalige Sovjet-Unie heeft ook zijn weerslag gehad op Aarons familie. Zo werden tijdens de Holocaust zijn grootouders verbannen naar het oosten en de Siberische kou in gestuurd. Voor veel Russische Joden leidt vooral het verleden en de gedeelde pijn, tot verbondenheid met hun gemeenschap. Maar voor de ouders van Aaron is vooral de liefde voor hun volksgenoten de reden waarom ze nooit de orthodoxe gemeenschap en de synagoge hebben verlaten. Bijzonder, want door hun geloof in Jesjoea waren ze wel een ‘vreemde eend in de bijt’. Aaron: “Zelf heb ik nooit tegenstand ervaren, al merkte ik wel een verschil in benadering door mensen uit de orthodoxe gemeenschap. Sommigen geloofden dat we het helemaal mis hadden en van de ‘derech’, van de weg afgedwaald waren. Anderen meenden dat onze ‘ziekte’ ongeneeslijk was en weer anderen liet het volkomen koud”.
Eerst de Jood
Aaron vertelt verder: “Ik heb het hele zogeheten Joodse jeugdprogramma doorlopen en daarna nog korte tijd aan een jesjiva vlakbij Moskou gestudeerd. Op 27-jarige leeftijd ben ik getrouwd. Onze huwelijksceremonie werd niet in de orthodoxe synagoge gehouden. We kregen twee kinderen, Daniël en Eliana. Op een gegeven moment begon ik in te zien wat de Bijbel zegt over het belang van het Evangelie delen met mijn volksgenoten. Daarom zijn we gestart met een Joodse Messiaanse gemeente, samen met enkele gelovigen die Israël liefhebben. Voor ons moest de gemeente een duidelijk Joods karakter hebben en mocht het geen christelijke kerk lijken.
Omdat mijn mogelijkheden nogal beperkt waren, ben ik de Heere gaan bidden om mensen die konden meehelpen in onze bediening. Na enige tijd ontving ik een berichtje van iemand die mij graag wilde ontmoeten. Hij was al zes jaar een Messiasbelijdende gelovige. Ook bracht God me in contact met mensen met financiële draagkracht, zodat geld geen probleem meer was. Dit was het begin van onze gemeente”.
Tegenstand?
“Natuurlijk zijn religieuze Joden niet blij met hun Messiasbelijdende broeders”, vervolgt Aaron, “maar echte tegenwerking ondervinden we niet. Het hangt ook heel erg af wie de leider is in de gemeenschap. Zo is men binnen de Chabadbeweging zelfs heel mild gestemd over ons. Dat komt omdat zij ons zien als afgedwaalde schapen die met zachte hand weer aan de kudde moeten worden gevoegd. Zo geven ze ook gehoor aan de oproep van hun overleden rebbe Schneerson, die ooit zei: ‘wie één Joodse ziel redt, redt de hele wereld’.
Er zijn hier ook rabbijnen die het christendom goedkeuren, en zien als een tijdelijke tak van het Jodendom.”
Nieuw Testament moet worden verspreid
Aaron is ervan overtuigd dat het Nieuwe Testament moet worden verspreid onder de volgelingen van het orthodoxe Judaïsme, omdat “Jesjoea de enige Weg is tot de Vader, en de enige Deur die ieder van ons moet binnengaan naar de eeuwigheid. Ik moet toegeven dat het moeilijk is om orthodoxe Joden te bereiken, maar hou me altijd vast aan wat Jesjoea zegt in Markus 10:27: “Bij de mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk”.