Een door God gearrangeerd drieluik
Het gebeurt niet vaak dat we iemand tijdens de bijbelverspreiding nogmaals ontmoeten. Er zijn echter uitzonderingen.
Als ‘groentje’ maak ik in 2013 voor het eerst kennis met de bijbelverspreiding. Met een team gaan we naar Israël. Zo’n eerste reis blijft je altijd bij, maar één ontmoeting heeft mij nooit losgelaten.
Het eerste deel
Samen met David Nagtegaal ontmoet ik een oude Joodse man voor zijn winkel. Als we hem een Ivriet Nieuw Testament aanbieden, schuift hij zijn mouw omhoog. Op zijn onderarm is een getatoeëerd kampnummer te zien. “Auschwitz. Christians no good,” licht hij toe. We vangen op dat hij Jiddisch spreekt, dus besluiten we een Jiddische Tenach uit de auto te halen om zo onze liefde te tonen. Maar als we terugkomen, zijn de winkels intussen gesloten vanwege sjabbat. Helaas is dit ook onze laatste dag in Israël. De volgende dag vliegen we naar huis, maar de pijn achter de woorden van deze man nemen we in ons hart mee.
Het tweede deel
Februari 2015 zijn we opnieuw in Israël. Ons thuisfront hebben we gevraagd te bidden dat we de winkelier weer zullen vinden. Eenmaal in dezelfde straat zien we de man voor zijn winkel zitten.
We leggen uit dat we anderhalf jaar geleden ook langs zijn geweest en dat zijn verhaal ons is bijgebleven. Wanneer we vertellen dat we hem alsnog de Jiddische Tenach willen aanbieden, pakt hij de Bijbel meteen aan. Hij vraagt ons mee naar binnen en haalt vanonder zijn toonbank een map tevoorschijn. Een voor een toont hij ons de foto’s, brieven en papieren die zijn ervaringen tijdens de Holocaust pijnlijk duidelijk maken. We zien foto’s van hem als jongen in een gestreept kampuniform. Deze winkelier, de heer Goldberg, heeft vier kampen overleefd, waaronder Auschwitz. In een mengeling van Ivriet, Engels, Jiddisch en Duits vertelt hij zijn levensverhaal. Zijn hele familie is gedeporteerd.
Hij is zelf opgegroeid in Polen. In die tijd werd Jiddisch door een grotere gemeenschap gesproken dan alleen de ultraorthodoxe Joden. “Als kleine jongen heb ik de Tenach wel gelezen”, vertelt hij, “mijn vader was namelijk rabbijn”.
Als hij hoort dat we uit Nederland komen, zegt hij lachend: “Heb kapotte schoenen, kannie lopen.” De kampbewakers in Auschwitz schoten namelijk regelmatig de klompen van de Nederlanders kapot. Het is een van de weinige momenten dat we een lachje zien. We worden helemaal stil als hij verder vertelt. Het is onvoorstelbaar hoeveel hij heeft moeten doorstaan, alleen omdat hij Joods is.
We zijn dankbaar dat hij de Tenach heeft aangenomen en bidden dat hij door het lezen de Messias mag leren kennen. Meneer Goldberg gaat weer terug zijn winkel in, maar zegt nog wel tegen ons: “Christians are my friends.” Op een bankje danken we God voor deze wonderlijke ontmoeting.
Het derde deel
Israël, september 2022. We gaan naar het stadje waar meneer Goldberg woont en bidden dat we hem weer mogen ontmoeten. Helaas, zijn winkel is dicht. Meneer Goldberg is drie maanden geleden overleden. Zijn vrouw woont nog wel boven de winkel.
Als Pieter en ik aanbellen, doet een kleine broze vrouw voorzichtig open. We laten een Jiddische Tenach zien en vertellen over de eerdere ontmoeting met haar man. Ze nodigt ons vriendelijk uit en komt even later terug met een boek, het levensverhaal van haar man. Die mogen wij hebben. Net zoals eerder met haar man spreken we in een mengeling van talen. Ook zij komt oorspronkelijk uit Polen, en ze vertelt over haar gezin en haar man. Het verdriet is in haar ogen te lezen.
Dan komt het moeilijkste moment. Ik wil haar graag het Jiddische Nieuwe Testament aanbieden, maar ik zoek naar de juiste woorden. Ik leg uit dat ik weet hoe gevoelig het ligt, maar dat ik geloof dat er nog een Boek hoort bij de Tenach die we eerder aan haar man hebben gegeven. En dat ik het haar graag als een geschenk uit liefde wil geven. Tot onze verwondering neemt ze het Nieuwe Testament meteen met een glimlach aan. We nemen hartelijk afscheid. Op de terugweg naar de auto raken we niet uitgepraat over de ondoorgrondelijkheid van Gods wegen.
David van Wijck