Jesaja 53 opent ogen
Zoals altijd voelen we de kriebels in onze buik toenemen naarmate ons vertrek naar Israël dichterbij komt. Ook borrelen er weer vragen op als ‘zijn we wel geschikt?’ of ‘kunnen we ons wel verstaanbaar maken’. Allemaal als-dan-vragen, waarmee de tegenstander probeert om ons af te houden van het verspreiden van Gods Woord in Israël.
Toch krijgt uiteindelijk de rust en de vrede altijd weer de overhand, want wij gaan namelijk niet alleen naar Israël: onze Heiland is erbij! We mogen weten dat we uit genade “meer dan overwinnaars door Hem zijn, die ons heeft liefgehad” (Rom. 8:37). En dat God níet uitsluitend de bekwamen roept, maar wel de geroepenen bekwaamt.
We hebben veel Israëli’s gesproken. Vaak reageren ze heel kort: “Wat wil je nu precies van me?” Op zo’n moment is het voor ons vaak een balanceren tussen een inleidend gesprekje en het moment waarop je overgaat naar de Bijbel. Mede hierdoor geven wij er de voorkeur aan om met de Bijbels naar een strand of boulevard te gaan, want daar hebben de Israëli’s vaak wel de tijd en de rust om met je te praten. Als voorbeeld volgen hieronder een paar ontmoetingen.
Staat dat in de Tenach?
Aan de boulevard is de eerste persoon die we aanspreken een Russische vrouw. Ze spreekt nauwelijks Engels, maar met wat Hebreeuws en gebarentaal lukt het om duidelijk te maken dat we iets voor haar hebben. Ze is zo blij als een kind als we haar de Russische Bijbel geven en kan bijna geen afscheid van ons nemen.
Op een bankje treffen we twee vrouwen aan: de Russische Olga en haar Roemeense vriendin Miruna. Beiden zijn niet religieus, maar toch wil Olga wel graag een Russische Bijbel hebben. We wijzen de twee vrouwen op de belangrijke profetische aankondiging in Jesaja over de komende en lijdende Messias, en geven hen de kaart met de tekst van Jesaja 53. Dan vertelt Miruna dat haar vriendin Olga uitgezaaide borstkanker heeft. Na onze vraag aan Olga of ze het op prijs stelt als we voor haar bidden, reageert ze heel verbaasd. Maar ze stemt er wel mee in. Samen bidden we voor Olga’s genezing, maar ook dat ze allebei Jesjoea in hun harten willen toelaten als hun Zaligmaker en Verlosser. Een Israëlische dame zegt tegen ons dat ze alle geloven respecteert, maar zelf niet gelovig is. Seculier dus. Nee, ze heeft geen Nieuw Testament, en trouwens ook geen Tenach. Toch neemt ze met interesse een Hebreeuws Nieuw Testament en de Jesaja 53-kaart aan. Bidt u mee dat ze de Bijbel ook echt gaat lezen?
Op een van onze laatste dagen zijn we weer in Haifa. Op een bankje zit een vrouw blokfluit te spelen. We nemen plaats op een ander bankje om naar het gratis concert te luisteren. Miriam is haar naam, ze is Joods en komt oorspronkelijk uit Californië. Ze wil van alles van ons weten. Waar komen we vandaan, waar verblijven we en wat doen we hier? Vooral die laatste vraag brengt ons meteen bij de Bijbel en we hebben er lang met haar over gesproken. Miriam is wel enigszins religieus en zegt te geloven in de Tenach, maar het Nieuwe Testament is haar ‘net een brug te ver’. Wij vertellen haar dat Jesjoea de beloofde Messias van het Oude Testament is, dat Hij in eerste instantie voor Israël is gekomen en dat wij geloven dat Hij spoedig zal terugkeren. Ook geven we haar de kaart met de tekst van Jesaja 53. “Staat dit echt zo in de Tenach? Dat ga ik thuis controleren”, zegt ze. We hopen zo dat ze het ook echt heeft gedaan en in hoofdstuk 53 Jesjoea zal herkennen. Bidt u met ons mee?
Geen Nieuw Testament!
Op een muurtje zit een soldaat. Als we iemand benaderen, proberen we altijd eerst te ontdekken hoe religieus iemand is. We laten hem een Tenach zien. Ja, die Bijbel heeft hij al aan het begin van zijn militaire dienst gekregen. Maar hij voegt eraan toe: “Ik lees er nooit in.” Wij vertellen hem over de Messias en laten hem de Jesaja 53-kaart zien. Op dat moment komt er een orthodoxe Jood op ons af, die de Tenach weggrist en boos roept: “Lo HaBrit HaChadasja!” (geen Nieuw Testament). Wij wijzen de man op de opdruk van de Bijbel: ‘Torah, Neviiem, Ketubim’, en vertellen hem dat het gaat om “jullie eigen Tenach.” De man begint erin te bladeren en stukjes te lezen om te verifiëren of het echt zo is. Ook pakt hij de Jesaja 53-kaart van ons af, waarop wij hem uitleggen dat hierop de tekst staat uit zijn Tenach van de profeet Jesjajahoe. Als hij ziet dat het allemaal klopt, zegt hij alleen nog dat de militair vooral niets van ons mag aannemen. Daarna beent hij zonder een woord te zeggen of een verontschuldiging weg. Na van de schrik te zijn bekomen (de militair ook), zien we hierin toch wel de leiding van de Heere.
Welkom in Israël
Wij worden aangesproken door Rony. Dat is weer eens iets anders! “Welkom in Israël”, zegt hij. We raken met Rony aan de praat en hij wil van ons weten hoe wij denken over Amsterdam en zijn coffeeshops. Veel Israëli’s gaan namelijk daarvoor naar onze hoofdstad. Na onze duidelijke mening te hebben gegeven, komt het gesprek op het geloof. Tot onze verbazing zegt Rony dat hij Joods, christen en katholiek is. En om het te demonstreren slaat hij een kruis. Joods én katholiek? Die combinatie hebben we nog niet eerder gehoord.
De rollen zijn helemaal omgedraaid. Want Rony wil weten wat wij geloven en vraagt van alles over Jesjoea. Geloven wij dat Hij de verwachte Joodse Messias is? In het gesprek wat hierop volgt, nemen we hem mee naar Jesaja 53. We proeven bij Rony een oprecht verlangen om meer te weten over de Heere Jezus. Het beeld dat wij schetsen van Jesjoea verrast hem enorm, en is zo anders dan hij als katholieke Jood kent.
Onze ontmoeting eindigt met een gebed op straat én de overhandiging van een Tenach, een Nieuw Testament en de Jesaja 53-kaart. We wisselen ook e-mailadressen uit, want Rony zit boordevol vragen. Intussen hebben we hem al geschreven dat we wel iemand in Israël kennen die hem verder kan helpen met zijn geloofsvragen. Wilt u ook voor Rony bidden?